Bad Sauerbrunn kan niet zonder Hongaarse arbeid |
Bij het Shellstation langs de autoweg bij het Oostenrijkse Nickelsdorf bestel je makkelijker koffie in het Hongaars dan in het Duits. Vrijwel het hele personeel komt uit van net over de grens. Zoals veel mensen in West-Hongarije werken ze liever in Oostenrijk, waar het minimumloon vijf keer hoger is als thuis.
Na illegale asielzoekers en veiligheid zijn werknemers en migranten uit de EU, vooral uit de armere buurlanden Hongarije, Slowakije en Slovenië, een hoofdthema in de Oostenrijkse politiek. De boodschap van zowel de conservatieve ÖVP als de rechts-populistische FPÖ, de twee partijen die na de verkiezingen midden oktober waarschijnlijk samen de nieuwe regering vormen: burgers uit arme EU-landen houden de werkloosheid hoog en misbruiken Oostenrijkse sociale voorzieningen. Opmerkelijk, want de Oostenrijkse werkloosheid daalde sinds januari met maar liefst drie procent. Maar 7,7 procent is natuurlijk nog steeds best veel.
De forse daling komt niet van niets. De recente verkiezingscampagne suggereerde soms anders, maar het gaat goed met de Oostenrijkse economie. Economen voorspellen voor 2017 een groei van 2,8 tot 3 procent, de koopkracht groeit, het aantal mensen op de armoedegrens daalde van 20,6 naar 18 procent. Alleen: de nieuwe banen dat die groei oplevert, wordt voor 70 procent gevuld door werknemers uit oostelijke, armere EU-landen en andere immigranten. En zie je vooral hier aan de oostgrens, in Burgenland, terug.
Bij de bron in Bad Sauerbrunn tapt een bewoner flessen van het licht koolzuurhoudende, sterk naar ijzer smakende mineraalwater waaraan het Burgenlandse kuuroord zijn naam aan dankt. De terrassen op de Hauptplatz zijn leeg. Een bord bij restaurant de Dorfwirt meldt dat ze de hele dag warme maaltijden hebben. De jeugdige ober brengt een kaart. Hij spreekt perfect Duits, maar komt uit Albanië, zegt hij.
"We hebben hier in de horeca en de kuurbaden 600 arbeidsplaatsen. Die worden voor pakweg de helft door buitenlanders, vooral Hongaren, gevuld," zegt Gerhard Hutter, burgemeester en afgevaardigde van de onafhankelijke Lijst Burgenland. Zonder hen gaat het niet, zegt hij. "De horeca is geen familievriendelijke bedrijfssector. De lonen zijn laag, de werktijden onregelmatig. Oostenrijkers willen dat niet.”
Minder begrip heeft hij voor Oost-Europese bedrijven, vooral in de bouw, die hun diensten ver onder de Oostenrijkse marktprijs aanbieden. "Ze betalen hun werknemers veel minder en houden zich niet aan onze regelgeving. Dat is oneerlijke concurrentie die moet worden aangepakt."
Wat hem daarnaast steekt, is dat buitenlanders vanaf het eerste moment dat ze in Oostenrijk wonen of werken, beroep kunnen doen op de sociale voorzieningen. De conservatieve ÖVP-lijsttrekker Sebastian Kurz wil nieuwkomers (ook Nederlanders die naar Oostenrijk verhuizen) pas na vijf jaar volledige sociale rechten en bovendien het woonland-principe invoeren: wie een gezin in het goedkopere Hongarije heeft, verliest het recht op volledige kinderbijslag. Hutter is het daar volledig mee eens.
Maar hij is de eerste om te erkennen dat open grenzen bepaald niet alleen nadelen hebben. Als één bondsland geprofiteerd heeft van de val van het communisme, het EU-lidmaatschap en het Schengenverdrag, dat is het Burgenland. "Vroeger was dit echt het einde van Europa. Aan de oostkant liep het IJzeren Gordijn. Daar kon geen mens, maar ook geen handel doorheen. Er gebeurde echt helemaal niets."
Bad Sauerbrunn was destijds een vergeten uithoek. Weinig herinnerde aan de bloeiperiode, toen Oostenrijk en Hongarije beide deel uitmaakten van het Habsburgse rijk en de trein Wenen-Sopron-Budapest in het kuuroord stopt. Kapitale villa's getuigen van die gloriejaren, waar een abrupt einde aan kwam toen datzelfde Habsburgse rijk na de Eerste Wereldoorlog in vele landen uiteenviel. Na de Tweede Wereldoorlog werden de oude kuurbaden afgebroken. Pas sinds eind jaren tachtig leeft het kuurtoerisme weer op.
Inmiddels zijn de contacten met Hongarije weer hersteld. Hutter: "Er zijn uitwisselingsprogramma's met scholen uit Sopron, net over de grens, Hongaarse studenten pendelen hierheen voor werk en onze kuurtoeristen maken uitstapjes daarheen. Dankzij die open grenzen heeft Burgenland de laatste dertig jaar een enorme economische inhaalslag gemaakt, daar is geen twijfel over mogelijk."
Na illegale asielzoekers en veiligheid zijn werknemers en migranten uit de EU, vooral uit de armere buurlanden Hongarije, Slowakije en Slovenië, een hoofdthema in de Oostenrijkse politiek. De boodschap van zowel de conservatieve ÖVP als de rechts-populistische FPÖ, de twee partijen die na de verkiezingen midden oktober waarschijnlijk samen de nieuwe regering vormen: burgers uit arme EU-landen houden de werkloosheid hoog en misbruiken Oostenrijkse sociale voorzieningen. Opmerkelijk, want de Oostenrijkse werkloosheid daalde sinds januari met maar liefst drie procent. Maar 7,7 procent is natuurlijk nog steeds best veel.
De forse daling komt niet van niets. De recente verkiezingscampagne suggereerde soms anders, maar het gaat goed met de Oostenrijkse economie. Economen voorspellen voor 2017 een groei van 2,8 tot 3 procent, de koopkracht groeit, het aantal mensen op de armoedegrens daalde van 20,6 naar 18 procent. Alleen: de nieuwe banen dat die groei oplevert, wordt voor 70 procent gevuld door werknemers uit oostelijke, armere EU-landen en andere immigranten. En zie je vooral hier aan de oostgrens, in Burgenland, terug.
Bij de bron in Bad Sauerbrunn tapt een bewoner flessen van het licht koolzuurhoudende, sterk naar ijzer smakende mineraalwater waaraan het Burgenlandse kuuroord zijn naam aan dankt. De terrassen op de Hauptplatz zijn leeg. Een bord bij restaurant de Dorfwirt meldt dat ze de hele dag warme maaltijden hebben. De jeugdige ober brengt een kaart. Hij spreekt perfect Duits, maar komt uit Albanië, zegt hij.
"We hebben hier in de horeca en de kuurbaden 600 arbeidsplaatsen. Die worden voor pakweg de helft door buitenlanders, vooral Hongaren, gevuld," zegt Gerhard Hutter, burgemeester en afgevaardigde van de onafhankelijke Lijst Burgenland. Zonder hen gaat het niet, zegt hij. "De horeca is geen familievriendelijke bedrijfssector. De lonen zijn laag, de werktijden onregelmatig. Oostenrijkers willen dat niet.”
Minder begrip heeft hij voor Oost-Europese bedrijven, vooral in de bouw, die hun diensten ver onder de Oostenrijkse marktprijs aanbieden. "Ze betalen hun werknemers veel minder en houden zich niet aan onze regelgeving. Dat is oneerlijke concurrentie die moet worden aangepakt."
Wat hem daarnaast steekt, is dat buitenlanders vanaf het eerste moment dat ze in Oostenrijk wonen of werken, beroep kunnen doen op de sociale voorzieningen. De conservatieve ÖVP-lijsttrekker Sebastian Kurz wil nieuwkomers (ook Nederlanders die naar Oostenrijk verhuizen) pas na vijf jaar volledige sociale rechten en bovendien het woonland-principe invoeren: wie een gezin in het goedkopere Hongarije heeft, verliest het recht op volledige kinderbijslag. Hutter is het daar volledig mee eens.
Maar hij is de eerste om te erkennen dat open grenzen bepaald niet alleen nadelen hebben. Als één bondsland geprofiteerd heeft van de val van het communisme, het EU-lidmaatschap en het Schengenverdrag, dat is het Burgenland. "Vroeger was dit echt het einde van Europa. Aan de oostkant liep het IJzeren Gordijn. Daar kon geen mens, maar ook geen handel doorheen. Er gebeurde echt helemaal niets."
Bad Sauerbrunn was destijds een vergeten uithoek. Weinig herinnerde aan de bloeiperiode, toen Oostenrijk en Hongarije beide deel uitmaakten van het Habsburgse rijk en de trein Wenen-Sopron-Budapest in het kuuroord stopt. Kapitale villa's getuigen van die gloriejaren, waar een abrupt einde aan kwam toen datzelfde Habsburgse rijk na de Eerste Wereldoorlog in vele landen uiteenviel. Na de Tweede Wereldoorlog werden de oude kuurbaden afgebroken. Pas sinds eind jaren tachtig leeft het kuurtoerisme weer op.
Inmiddels zijn de contacten met Hongarije weer hersteld. Hutter: "Er zijn uitwisselingsprogramma's met scholen uit Sopron, net over de grens, Hongaarse studenten pendelen hierheen voor werk en onze kuurtoeristen maken uitstapjes daarheen. Dankzij die open grenzen heeft Burgenland de laatste dertig jaar een enorme economische inhaalslag gemaakt, daar is geen twijfel over mogelijk."