Hongaarse vluchtelingen lopen over de groene grens in 1956 |
Ze is de enige niet die meent dat in 1956 alles anders was, en Hongaarse vluchtelingen een heel ander, beter slag mensen was dan degenen die nu vluchten. Bij de herdenking van de opstand van 1956 dezer dagen prees ook president János Ader de voortreffelijkheid van de Hongaarse asielzoekers. Met hun vrijheidslievendheid hadden zij bijgedragen aan het Duitsland zoals het nu is, meende Ader.
Niets ten kwade van de vele tienduizenden Hongaarse vluchtelingen die na 1956 met succes een nieuw leven in den vreemde wisten op te bouwen. Maar uiteraard hielden die zich net zo min als de Syriërs aan de wet toen ze vluchtten. Dat is vluchtelingen eigen: je krijgt van je regering geen toestemming om weg te gaan en je kunt ook niet bij een ambassade aankloppen voor een visum. De enige manier om weg te komen, is illegaal.
De Syriërs die de oorlog in hun land ontvluchten, doen dat om te beginnen al door illegaal de Turkse grens over te steken. En zo deden de 180.000 Hongaarse asielzoekers het ook: langs de hele 300 kilometer lange grens staken ze illegaal door bos en veld over naar Oostenrijk. Dat was op dat moment redelijk makkelijk, want een half jaar eerder had de Hongaarse regering de versperringen die sinds 1949 langs die grens hadden gestaan, afgebroken. In de maanden erna werd het IJzeren Gordijn heel snel opnieuw opgebouwd.
De vluchtelingen kwamen met duizenden tegelijk en de Oostenrijkers stonden aanvankelijk met open armen klaar om hen op te vangen. Velen brachten kleren en eten om de vluchtelingen te helpen. De Oostenrijkse regering was trouwens iets minder enthousiast, niet alleen omdat die zich geplaatst zag voor het enorme probleem om al die mensen op te vangen. De regering vreesde dat de Russen, die hun troepen net uit Oostenrijk teruggetrokken hadden, de situatie zouden aangrijpen om het land van schending van de neutraliteit te beschuldigen en een nieuw bezettingsleger te sturen.
Net als nu duurde het enthousiasme van de bevolking ook niet al te lang, vooral toen bleek dat de vluchtelingenstroom maar bleef aanhouden lang nadat de situatie in Hongarije feitelijk al weer rustig was. Volgens historica Brigitte Zierer, die onderzoek deed naar de berichtgeving in de gedrukte media, doken in Oostenrijkse kranten al na een paar weken de eerste berichten op over 'grenzen aan de hulp' en over 'de ondankbaarheid van de vluchtelingen'. Hongaren, zo ging het verhaal, liepen rond met zakken met geld, terwijl ze gebruik mochten maken van gratis openbaar vervoer en andere voorzieningen die de Oostenrijkers node misten. Komen dat soort beschuldigingen u ook bekend voor?
Al snel kwam ook de beschuldiging op dat een groot deel van de Hongaren eigenlijk geen echte vluchtelingen waren. Hadden al die 180.000 mensen echt mee gedaan aan de opstand? Waren ze echt in gevaar? In Nederland, dat een kleine 2500 vluchtelingen opnam (en dat vond de toenmalige premier Willem Drees al erg veel), keken veel mensen met verbazing en wantrouwen naar het grote aantal jongemannen die van de trein stapten. Gelukszoekers, meenden velen toen. Elders hoorde je dezelfde opmerkingen. Tweederde van alle Hongaarse vluchtelingen was man, meer de helft was onder de 25, ze waren voor een behoorlijk deel afkomstig uit West-Hongarije en een groot deel van hen had inderdaad nooit actief aan de opstand deelgenomen. Maar ze hadden natuurlijk goede redenen om de dictatuur van het stalinistische Hongarije achter zich te willen laten.
De Oostenrijkse regering zag zich geplaatst voor een enorm opvangprobleem, en vluchtelingen werden aanvankelijk gehuisvest in huizen die door de oorlog beschadigd waren en die geen water of elektriciteit had. Maar al snel kwamen er echte kampen, met voldoende te eten en warme verblijven. Maar al snel kwamen ook de klachten van de vluchtelingen: over te kleine ruimtes, over teveel mensen en over verveling.
De Oostenrijkers zorgden daarop voor meer vertier in de vorm van boeken, sport en films, en voor voorlichting over de mogelijkheden om naar andere landen door te reizen. Maar het kampleven leidde desondanks tot agressie en depressies, er vond een hongerstaking plaats en mensen probeerden de kampen illegaal te verlaten. De vluchtelingen klaagden over gebrekkige medische zorg en eisten betere medicijnen. In een kamp moest de politie ingrijpen omdat de bewoners stenen naar een paar hoogwaardigheidsbekleders gooiden. In januari 1957 bekritiseerde minister van binnenlandse zaken Helmer de onruststokers en zei erbij dat vluchtelingen zich moesten realiseren dat ze ook plichten hadden.
Er waren ook andere problemen, zoals het feit dat een deel van de vluchtelingen geen papieren had. Ook greep de Hongaarse regering de gelegenheid aan om criminelen te lozen en naar Oostenrijk af te schuiven. Volgens sommige bronnen werden zo'n 12000 gevangenen vrijgelaten, die deels ongetwijfeld om politieke redenen vastzaten, maar zeker niet allemaal. De communistische inlichtingendiensten zagen in de vluchtelingenstroom een mooie gelegenheid om makkelijk agenten naar het Westen te sturen. Gelijktijdig probeerden de Amerikanen asielzoekers te werven om als agent terug te gaan naar Hongarije.
In tegenstelling tot wat de Hongaarse premier Viktor Orbán nu de logische oplossing voor het vluchtelingenprobleem vindt, namelijk opvang in de regio, bleven uiteindelijk slechts weinig vluchtelingen, al met al zo'n tien procent, in Oostenrijk. Dat mensen jaren braaf in een Oostenrijks kamp zaten te wachten op hun verdere bestemming, is misschien een enkele keer gebeurd, maar als al, dan was dat uitzondering, geen regel. Het grootste deel van de Hongaarse asielzoekers kwam binnen enkele maanden al in andere landen in Europa terecht, maar ook Amerika, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland namen vluchtelingen op. Dat ging niet altijd zonder problemen. In Nederland liep de integratie over het algemeen prima, maar Nieuw-Zeeland, dat iets van 700 jongemannen opnam, klaagde al snel over het enorme alcoholisme onder de Hongaren.
Dit blog is voor een groot deel gebaseerd op het onderzoek 'Deconstruction of a Myth? Austria and the Hungarian Refugees of 1956-57' van Andreas Gémes van het Weense Institut für die Wissenschaft vom Menschen.
4 opmerkingen:
Het verschil is denk ik dat islamieten de sharia meebrengen en de Hongaren deden dat niet. Die hadden lang genoeg zelf onder de islamieten gezeten.
Dieter.
En alle Hongaren wisten in 1956 natuurlijk nog precies hoe het in 1537 onder de Turken was geweest. Daarom was Hongarije in de Eerste Wereldoorlog en in de Tweede Wereldoorlog ook een bondgenoot van Turkije en hadden ze bij de herdenking van het duizendjarig bestaan van Hongarije in het Varosliget onder meer een Turkse Bazaar gebouwd.
En nee, 'de vluchtelingen' nu brengen niet de sharia mee, een deel van hen vlucht daar juist voor, Syrische christenen, joden, Alevieten en sjiieten zitten echt niet te wachten op IS, net zomin als liberale soennitische moslims (en ja, die zijn er). Dat 'de vluchtelingen' de sharia meebrengen is net zo slim als zeggen dat 'de Hongaren' destijds agenten van de communistische geheime dienst waren of vrijgelaten criminelen. Maar een deel was dat wel degelijk. En een flink ander deel vluchtte gewoon omdat ze in West-Europa een beter bestaan verwachtten (en wie neemt het hen kwalijk? Ik niet).
Beste meneer Bril,
Zoals iedere lezer van dit blog kan controleren, zijn uw commentaren al diverse malen gepubliceerd, net trouwens als andere kritische reacties. Verder is dit mijn persoonlijke blog, geen publieke dienstverlening. Als mensen daar een zinnige bijdrage aan te leveren hebben, ook als die kritisch is, graag. Maar er zijn plaatsen genoeg op het internet waar mensen kunnen schelden op zigeuners, joden of wie dan ook, daar wil ik mijn blog niet voor openstellen. En scheldpartijen behoren mijns inziens niet tot vrijheid van meningsuiting, maar tot slechte manieren. Zeker als die ook nog eens anoniem plaatsvinden. Dus ja, ik behoud me inderdaad het recht voor commentaren te weigeren. Maar zoals gezegd, zinnige reacties, ook kritische, zijn zeker welkom.
Wat uw opmerkingen over de vluchtelingen betreft: ik geloof niet dat u mij heeft horen zeggen dat alle vluchtelingen zomaar in Europa toegelaten moeten worden. Ik denk dat we, ook in het belang van echte vluchtelingen, zo snel mogelijk tot een oplossing moeten zien te komen waarbij deze toevloed tot stilstand gebracht wordt en er gekeken wordt wie echt een status verdient en wie niet. En wie niet, moet mijns inziens ook terug worden gestuurd. Maar als dat betekent dat we de grenzen ook sluiten voor degenen die echt vervolging te duchten hebben, schieten we ons doel ernstig voorbij. En echte vervolging hoeft niet alleen oorlog te zijn. Vluchten omdat je vanwege je godsdienst of seksuele geaardheid wordt vervolgd, is zeer legitiem.
Wat mij op de AZC's brengt. Daar worden allerlei mensen zonder onderscheid bij elkaar ondergebracht, vaak in enorme ruimtes. Het gaat vaak ook nog eens om behoorlijk getraumatiseerde mensen. Los van godsdienstige conflicten die er zeker ook zijn. zijn dat situaties die vragen om spanning en conflicten.
Helaas, meneer Bril, maar in 1956 waren er wel degelijk mensen die de Hongaarse vluchtelingen met dezelfde ogen bekeken en vreesden dat in ieder geval een deel van hen een vijfde colonne van de Sovjet Unie vormde die tot doel had West-Europa te ondermijnen ten bate van het communisme. En Oostenrijk vreesde dat de vluchtelingenopvang tot terugkeer van het Rode Leger zou leiden. Dus ja, de vergelijking gaat ook in die zin op.
Wat het Hongaarse beleid betreft, het is erg jammer dat er wel geld wordt uitgegeven aan de bouw van een hek, maar dat Hongarije het volkomen laat afweten als het erom gaat geld en manschappen te verschaffen voor Frontex, de gezamenlijke Europese inspanning om de echte buitengrenzen (dat wil helaas zeggen de zee, waar het bouwen van een hek niet zo makkelijk is) te bewaken. Net zo goed als Viktor Orbán regelmatig benadrukt dat vluchtelingen in de regio moeten worden opgevangen, terwijl Hongarije geen hulp ter beschikking stelt om de situatie in de kampen in die regio, waar deels letterlijk hongersnood heerst, te helpen verlichten. Als mensen honger hebben, blijven ze echt niet in Libanon, en aangezien een op de vier inwoners van dat land vluchteling is, is het logisch dat de Libanezen die opvang niet zelf kunnen bekostigen. Ik vind het prima dat we met zijn allen willen dat mensen daar blijven, maar dan moeten we daar wel wat voor over hebben. En ongetwijfeld is Hongarije niet het rijkste land van Europa, maar ieder naar draagkracht, zou ik dan zeggen.
Als Viktor Orbán in maart van dit jaar met zijn vuist op tafel geslagen zou hebben en toen een Europese conferentie geëist had over het groeiende vluchtelingenprobleem, dan had ik hem een groot en vooruitziend staatsman gevonden. In plaats daarvan heeft hij zich zo ver als mogelijk gehouden van ieder Europees overleg over de kwestie (zelfs onlangs is hij volgens eigen zeggen slechts als 'waarnemer' gegaan omdat Hongarije niets op het Europese overleg te zoeken zou hebben). Hij heeft geweigerd mee te werken aan een Europese hotspot voor de opvang van vluchtelingen, terwijl die hotspots bedoeld zijn om te voorkomen dat mensen zomaar door Europa gaan zwerven en verder tot taak hebben de vluchtelingen zo snel mogelijk te beoordelen, echte asielzoekers geordend te verdelen en degenen die geen echte vluchteling zijn, zo snel mogelijk naar huis terug te sturen.
Ondertussen is er wel geld uitgegeven aan onzinnige en peperdure Hongaarstalige propagandaborden tegen vluchtelingen (daar had je heel wat mensen in Libanon mee kunnen helpen, met het geld dat daarheen is gegaan) en heeft Hongarije eenzijdig de grenzen afgesloten, zonder enig overleg met de buurlanden over de mogelijke gevolgen die dat voor hen zou hebben, met als gevolg dat Hongarije's relaties met de buurlanden in geen jaren zo slecht zijn geweest als nu. Kortom, behalve een hek bouwen laat Orbán op alle vlakken anderen de boontjes doppen. Dat is inderdaad een teken afgeven, maar wat voor teken is de grote vraag.
Een reactie posten