Vluchtelingen in een verzamelkamp in Zuid-Hongarije |
Terwijl Griekenland zijn
beruchte detentiekampen voor vluchtelingen openzet, wil Hongarije zulke kampen
juist uitbreiden. Een ongekende stroom asielzoekers vanuit Servië in de laatste
paar maanden heeft ertoe geleid dat regeringspolitici om het hardst om een
strikter beleid roepen, desnoods dwars tegen EU-richtlijnen in. Volgens het
Hongaarse Helsinki Comité en VN-vluchtelingenorgansatie UNHCR gaat het om een
schijnprobleem. De meeste vluchtelingen verlaten het land namelijk net zo snel
als ze binnenkomen.
Op het eerste gezicht is
de bezorgdheid best begrijpelijk. In de afgelopen twee jaar schoot het aantal asielzoekers
dat vanuit Servië binnenkwam omhoog van 2157 in 2012 tot 42777 in 2014. Dit jaar ging het helemaal
snel. In de eerste twee maanden van dit jaar alleen werden er 28535 asielaanvragen
ingediend. Na Italië en Griekenland is Hongarije het derde land van binnenkomst
voor asielzoekers in de EU.
De laatste maanden betrof
het voor een groot deel Kosovaren, wat voor de regering reden is om consequent
over economische vluchtelingen te praten. Maar hoewel die Kosovaren in januari
en februari inderdaad in de meerderheid waren, meldden zich volgens Kitty
McKinsey van de UNHCR sinds begin 2014 ook haast 20000 Afghanen en Syriërs en
een toenemend aantal Irakezen, onmiskenbaar mensen uit crisisgebieden. "Het gaat vaak om ernstig getraumatiseerde mensen," zegt McKinsey.
Volgens premier Orbán
dreigt Hongarije “een bestemming te worden voor degenen die hun thuisland
verlaten voor een beter bestaan en zo te veranderen in een groot
vluchtelingenkamp. Dat kunnen we vermijden als we stevig optreden. Het moet
duidelijk worden dat het niet de moeite waard is om naar Hongarije te komen,
omdat je daar gearresteerd wordt, vastgezet en gedeporteerd, en terwijl je hier
bent, word je gedwongen te werken.”
Er is niet alleen sprake
van massaal detentie, maar ook van asielprocedures die in luttele dagen worden
afgewikkeld, zonder mogelijkheid van beroep, zodat afgewezen vluchtelingen meteen
naar huis terug gestuurd kunnen worden. Het zij zo dat zulke maatregelen botsen
met EU-richtlijnen, en dat Hongarije in 2012 op de vingers is getikt vanwege de
bestaande detentiekampen. Die kampen leken deels op regelrechte gevangenissen leken, waar mensen de hele dag zonder enige activiteit achter gesloten deur in een cel zaten.
De instellingen werden kortstondig gesloten, maar ze zijn inmiddels onder een andere naam en met iets verbeterde omstandigheden weer heropend. De bedoeling is om hun aantal fors uit te breiden. Antal Rogán, fractievoorzitter van
regeringspartij Fidesz: “Wij hebben geen tijd om te wachten tot Brussel ook
anti-immigratie wordt.”
Om dat standpunt kracht
bij te zetten, wil Rogán de burgers in een ‘nationale raadpleging’ hun mening
vragen over het immigratiebeleid. De uitkomst laat zich raden. Hoewel slechts
1,4 procent van de bevolking uit het buitenland komt – en dat zijn voor het
merendeel Hongaars-taligen uit de buurlanden – geldt Hongarije als een van de
meest xenofobe landen van Europa.
Vooral van 'Arabieren' moeten de meeste mensen niets hebben. Zelfs het feit dat honderdduizenden Hongaren
in 1956 zelf voor het communisme gevlucht zijn, stemt mensen niet milder tegenover
asielzoekers uit het Midden-Oosten. Gábor Gyulai van het Helsinki Comité: “We
hebben dat argument wel eens in discussies gebruikt, maar dan is de reactie:
ja, maar dat was anders. Wij zijn Europeanen.”
De regering gebruikt de
vluchtelingenstroom volgens hem dankbaar om de aandacht af te leiden van
binnenlandse kwesties. Het klopt weliswaar dat tienduizenden mensen de grens
overkomen, maar die blijven als het even kan niet hangen. Iedereen wil door
naar Noord-Europa en tachtig procent van de asielzoekers verlaat Hongarije binnen
tien dagen, veertig procent zelfs al binnen 48 uur.
Officieel zouden die
mensen door het land waar ze zich uiteindelijk melden, teruggestuurd moeten
worden naar Hongarije als eerste land van binnenkomst in de EU. Dat is wat
politici ook aanvoeren. In praktijk gebeurt dat zelden. De meeste landen aarzelen
om mensen terug te sturen naar een land waarvan het asielbeleid nu al geen
beste reputatie heeft. Vorig jaar werden 827 mensen uit andere EU-landen naar
Hongarije teruggestuurd. Als het beleid verder verslechtert, zal dat aantal
alleen maar afnemen, aldus Gyulai.