|
Direct van de boer |
Ik ben erg voor het inzamelen van afval, en wij hebben tegenwoordig aparte bakken voor glas, papier en plastic. We brengen alles om de zoveel tijd naar het inzamelpunt voor gescheiden afval. Behalve composterend materiaal, want dat gaat op onze composthoop. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar zeker ook voor onze portemonnee. We betalen tegenwoordig per hoeveelheid opgehaalde vuilnis.
We weten de boel aardig in te perken, want onze vuilnisbak maar één keer in de drie weken vol. Ik vind het vooral verbijsterend om te zien wat je aan afval bespaart als je plastic verpakkingsmateriaal apart inzamelt. Maar wat zeker ook helpt, is het feit dat we een markt om de hoek hebben. Daar zie je de andere oplossing voor het afvalprobleem: gewoon geen afval produceren. Er wordt in dit land echt veel minder weggegooid dan in Nederland. En veel meer hergebruikt. Niet in supermarkten, uiteraard. Maar wel in dorpen en op de markt.
Neem eieren. Op de markt staan tal van eierverkopers. Ze prijzen hun producten allemaal aan als "huiseieren", een suggestie dat het allemaal om blije scharrelkippen gaat. Je moet dat met een korreltje zout nemen. Bij één verkoper staat op ieder ei een productiestempel die met een drie begint: een Europese code dat zo'n ei uit een legbatterij komt (hoe lager het cijfer, hoe beter de kip het heeft, en drie is het hoogste cijfer). Die legbatterij zal dan wel naast het huis van de verkoper staan, maar dat maakt natuurlijk nog geen blije scharrelkippen.
Maar als je even rondkijkt, vind je al snel een boerenvrouw met een paar doosjes eieren van verschillende kleur en grootte, met wat stro en vuil eraan en géén stempel. Wat alle verkopers, van hok- of scharreleieren gemeen hebben, is dat ze eigenlijk verwachten dat je een eierdoos bij je hebt. De dozen die je van hen meekrijgt, zijn dan ook meestal wat groezelig, want talloze malen hergebruikt. Verkopers kunnen je heel vuil aankijken als je géén inruildoos bij je hebt, want waar moeten zij dan volgende keer hun eieren in doen? Ik heb het één keer meegemaakt dat een vrouw ronduit weigerde me eieren te verkopen.
Veel verkopers bieden eigen inmaak aan: jam, tomatensaus, ingemaakte vruchten, geraspte mierikswortel. De potten zijn variabel van formaat en deksel, want ook die worden hergebruikt. Waarom zou je geld uitgeven aan inmaakpotten, als je ze regelmatig gratis krijgt als verpakkingsmateriaal? Onze buurvrouw in het dorp is om die reden altijd heel blij als je haar oude potten geeft. Er is in het dorp ook een glasbak, en ik heb daar wel eens een vrouw hoofdschuddend potten en flessen uit zien vissen. Zoveel verspilling, daar kon ze duidelijk niet bij.
Onze groenteboer vindt het heel normaal om aardappels, uien, kolen en andere niet zo kwetsbare groenten en vruchten gewoon los in een tas te storten. Thuis zoek je ze even uit, een karweitje van niets, en het bespaart een hoop zakjes.
Dezelfde groenteboer gooit trouwens ook veel minder producten weg dan zijn Nederlandse collega. Kant- en klare groente kennen Hongaren nauwelijks, en bovendien worden beurse appels en twijfelachtige bietjes of wortels eruit gevist en apart, voor veel minder geld, alsnog verkocht. er zijn altijd mensen die blij zijn dat ze voor bijna niets appels kunnen krijgen waar ze dan gewoon een stuk vanaf moeten snijden. Ook de slagers gooien trouwens veel minder weg. Hongaren eten veel ingewanden, en van een van poten, vleugels en borst ontdane kippenrug is prima soep te trekken. Zonde om daar een hele kip voor te kopen, toch? De supermarkt heeft trouwens een speciale bak met producten die vlak voor of op hun uiterste verkoopdatum zitten. Daar gonst het altijd van de mensen Ik ken geen cijfers over wat Hongaren aan eten weggooien, maar ik ben er zeker van dat het slechts een fractie van de Nederlandse hoeveelheid is.
Maar goed, even terug naar die groenteman: kwetsbare zaken, zoals tomaten en peren, gaan natuurlijk wel in een zakje, maar als het om zomervruchten als aardbeien of frambozen gaat, nemen veel mensen zelf liever een plastic doos mee, dan weet je zeker dat ze heel thuis komen. Heb je zo'n doos niet bij je, kun je een meestal wel een krijgen, maar soms moet je daar extra voor betalen. Net als voor plastic boodschappentassen trouwens, die kosten tegenwoordig overal geld. Vrijwel iedereen heeft dan ook zijn eigen tas of mand bij zich.
Vanwege de lage prijs die de melkfabrieken betalen zijn er steeds meer boeren die hun melk direct aan de consument verkopen. Je ziet zelfs midden in Boedapest tegenwoordig merkwagens staan. Er zijn bij ons op de markt wat verkoopsters die plastic flessen met twee liter melk hebben staan, maar zelf geef ik de voorkeur aan de melkwagen met koeltank, die aan het einde van de markt staat. Hij is iets duurder, maar zijn melk is ijskoud en zo vers dat hij dagen goed blijft. Hij verkoopt ook zure room, kwark en boter, die in stevig geïsoleerde boxen wordt bewaard.
Wie geen fles bij zich heeft, betaalt extra voor de verpakking, een plastic fles. De meeste mensen nemen dan ook hun eigen plastic flessen mee. Maar ik heb bij een winkel een paar ouderwetse melkflessen gevonden. Wel zo handig, niet alleen vanwege het omspoelen, maar ook, omdat het verse melk is waar na een dag een dikke laag room bovenop drijft. De beste manier om die eraf te krijgen is de fles een beetje schuin houden en dan scheppen met een lepeltje. Twee liter melk geeft voldoende room om een portie slagroom te kloppen. Verder door kloppen, en je hebt een klont boter. Of room voor in de saus. Het komt altijd wel op.