“Ik vind dat premier Orbán fouten maakt, maar voor mij heeft hij één grote verdienste: hij heeft Hongaren hun zelfbewustzijn teruggegeven. In 2010, voor de
verkiezingen, was het moreel heel laag. Hij heeft gezorgd dat mensen weer trots zijn op
hun land,” aldus András Csengő, Hongaar en Nederlander, werkzaam voor een groot internationaal bedrijf en sinds jaren aanhanger van de
Hongaarse regeringspartij Fidesz.
Csengő groeide op in Nederland, maar woont sinds vele jaren in Hongarije. Kritiekloos is hij
zeker niet, maar de storm van afkeur die Hongarije dezer dagen over zich heen krijgt, begrijpt
hij niet. „Ondanks fouten gaat het voor mij negentig procent de goede kant op.” Hij stoort zich ook aan wat hij ervaart als eenzijdige berichtgeving.
Fidesz is voor Csengő vooral de partij die een einde maakte aan jaren van onzekerheid en
socialistisch wanbeleid. De socialistische ex-premier Gyurcsány, waar momenteel een –
volgens de oppositie politiek gemotiveerd – corruptieonderzoek tegen loopt, hoort voor hem
in de gevangenis. „Die heeft alles bij elkaar gestolen,” zegt hij, al erkent hij dat corruptie nog
steeds een probleem is.
Csengő prijst het besluit om Hongaren in de buurlanden een Hongaars paspoort te geven,
al weet hij niet echt wat hij moet denken van plannen om die groep ook stemrecht te geven.
Hij staat volledig achter de extra winstbelasting die de regering banken oplegde – een van
de maatregelen die internationaal onder vuur liggen – en heeft begrip voor de omstreden
onteigening van de private pensioenfondsen vorig jaar. Het verdient misschien geen
schoonheidsprijs, maar buitengewone tijden vragen soms om ongewone oplossingen, vindt
hij.
Ook is Csengő blij met de nieuwe vlaktax, een enkel belastingtarief van 16 procent voor
alle inkomens. Ongunstig voor de lagere inkomens, maar het maakt het onoverzichtelijke
Hongaarse belastingstelsel een stuk eenvoudiger en dat komt ook kleine bedrijven ten goede,
zegt hij.
Toch groeit bij Csengő, net als bij meer Fidesz-aanhangers, de kritiek. Ook op hoog niveau klinken er steeds vaker kritische geluiden, vooral van Fidesz-gezinde economen. Zo verklaarde
Zsigmond Járai, minister van financiën in de eerste Fidesz-regering tussen 1998 en 2002 en voormalig directeur van de Nationale Bank,
onlangs dat de regering moet stoppen met haar onorthodoxe economische beleid.
Csengő
bekritiseert ondermeer de omstreden mediawet die vorig jaar werd ingevoerd, en de onlangs
aangenomen wet die de onafhankelijkheid van de nationale bank aantast. Die wet, een
kernpunt in de kritiek van het IMF en de EU, noemt hij “een hele domme zet”.
Ondanks zijn waardering voor Orbán wijst hij vooral naar de premier als hij de verklaring
voor die fouten zoekt. “Hij wil alles in eigen handen houden en heeft zich teveel omringd met
ja-knikkers, niet met capabele mensen. Hij beslist alles, de ministers hebben eigenlijk niets te
zeggen.”
Daarnaast heeft Fidesz een probleem met communicatie, vindt hij. “Orbán zelf laat zich
weinig zien, en de topmensen lijken allemaal dezelfde pr-cursus te hebben gevolgd.” Een
voorbeeld van die slechte communicatie noemt hij de wijze waarop Orbán sinds vorige zomer
met het IMF is omgegaan.
Het is jammer, zegt hij, want de partij heeft veel meer in zich. „Het is geen PVV, die maar
uit één man bestaat. Op provinciaal niveau ken ik veel buitengewoon capabele, genuanceerde
Fidesz-mensen. Er zijn cruciale fouten gemaakt, maar er zit heel veel intellectuele kracht in
Fidesz. Mijn hoop is dat die mensen het uiteindelijk voor het zeggen krijgen, want ik ben
ervan overtuigd dat daar de toekomst van Hongarije ligt.”
6 opmerkingen:
Hoi Runa! Verrassend "tegengeluid" - maar was/is dat dan het probleem van Hongarije; te weinig eigenwaarde?
Ben het volledig met het verhaal van deze mijnheer eens. Ook wat zijn opmerking over Gyurcsány aangaat. Deze misdadige figuur heeft Hongarije totaal aan de afgrond gebracht door alleen zichzelf te dienen en absoluut ongecontrôleerd te "regeren". Inderdaad krijgt arm Hongarije en haar regering veel onwaardige en onterechte kritiek over zich. Tragisch genoeg van bijna allemaal lieden die er ver vandaan wonen en weleens van Hongarije gehoord hebben. Ik zou zeggen Hongarije zet 'm up en laat je niet in de luren leggen door het Rad van Avontuur te Brussel, want die club daar loopt met heel veel boter op hun hoofd.
Dat zelfbewustzijn van de Hongaren heeft anders wel tot een uittocht van geld geleid richting Oostenrijk. Een groeiend aantal Hongaren haalt zijn of haar geld van de bank en opent een rekening in het buitenland. En op die manier raakt het hele land in een neerwaartse spiraal. Misschien zijn de Hongaren weer trots op hun land, vertrouwen hebben ze er blijkbaar niet in.
Ik vraag me ook af of Orbán nu werkelijk die dictator in de dop is die veel Europese kranten in hem zien, of gewoon een onhandige politicus, die met vallen en opstaan aan het leren is hoe hij met macht moet omgaan.
Ik hoop het laatste, al is het effect op de Hongaarse economie natuurlijk hetzelfde. Geen buitenlands bedrijf zal op dit moment in Hongarije investeren, ook al is de werkeloosheid hoog en zijn de lonen laag.
We moeten niet vergeten dat de ervaring van Hongarije met democratie niet zo groot is als in de west-Europese landen.
De oppositie is er nog hetzelfde als de vijand, zo lijkt het. En vijanden mogen bestreden worden. Het is wennen, dat je een radiozender de gelegenheid moet geven om 24 uur per dag te vertellen dat je niet deugt. Maar dat is nu eenmaal democratie.
Het is inderdaad geen slecht idee om iemand als Csengő hier eens aan het woord te laten, ik ben er namelijk van overtuigd dat veel Hongaren er zo over denken. En het is belangrijk om te begrijpen waarom. Primair gaat het natuurlijk om twee zaken: eigenbelang en nationalisme.
Een inkomstenbelasting van 16% is niet zo gek voor wie genoeg verdient. Want er staat wel het hoogste BTW tarief in Europa (sinds kort 27%) tegenover, een belasting die vooral door de minder vermogenden opgebracht moet worden. En wat de onteigening van de private pensioenfondsen betreft, ik denk dat we rustig mogen aannemen dat Csengő daarvan geen klant was. Maar eigenbelang is niet het hele verhaal.
Het ad-hoc belasten van buitenlandse bedrijven is niet alleen populair omdat iemand anders de rekening betaalt. Door veel Hongaren wordt het gevoeld als maar een kleine compensatie voor al het onrecht waarvan ze het slachtoffer zouden zijn. Voor de grote schuld van de geschiedenis waar door Orbán c.s. onophoudelijk op gehamerd wordt. En die de toch al cynische Hongaren het gevoel kan geven dat er geen regel is waar ze zich aan hoeven houden.
Eigenbelang en nationale frustratie alleen kunnen echter niet het vertekende beeld van de werkelijkheid verklaren. Kijk eens naar de kritiek die Csengő ook heeft: er is geen einde gekomen aan de corruptie (dus toch niet alleen de socialisten), de aantasting van de zelfstandigheid van de media en de banken (en van de rechtbanken, voegen we daar maar aan toe) was een blunder (niet een schandaal?), het economisch beleid is schadelijk, het autocratische gedrag van Orbán geeft geen pas en de mensen om hem heen zijn jaknikkers. En toch, het gaat voor 90% de goede kant op?
Dat is wat je noemt cognitieve dissonantie: de spanning tussen wat je gelooft en wat je ziet. Een fenomeen dat ertoe kan leiden dat het geloof in een weerlegde theorie alleen maar sterker wordt. Per saldo moet je achter Orbán staan omdat hij een einde heeft gemaakt aan jarenlange onzekerheid, meent Csengő. Hij heeft de Hongaren hun gevoel voor eigenwaarde teruggegeven. Zou het echt? Of proberen Csengő en de rest van de 16% die nog achter Orbán staat zichzelf tegen beter weten in iets wijs proberen te maken?
andrea zegt: makkelijk praten met een europees inkomen. Hoeveel hongaren leven onder de min.grens.
Reis door hongarije en zie de armoe, maar Orbi blijft zeggen dat het met iedereen goed gaat!!!!!!!!!!!!! In dit land krijg geen ene partij de tijd om orde op zaken te stellen. ik leef hier nu 12 jaar en het veranderd voor geen meter, misschien op een punt, dank zij de socialisten hebben we snelwegen, ook al geloofd Orbi dat dat zijn werk is.
Gisteren was ik op het hoofdkantoor van een grote Nederlandse bank die ook een filiaal in Boedapest heeft. Ik hoorde dat ze niet veel meer te doen hebben in Hongarije sinds de private pensioenfondsen naar de Hongaarse staatskas zijn overgeheveld. Daar tegenover staat dat ze als buitenlandse bank miljoenen euro's belasting moeten afdragen.
Geef die bank eens ongelijk als die besloot Hongarije te verlaten. Met in zijn kielzog tal van andere bedrijven.
Is dat wat Orban wil? Je komt niet ver door voortdurend te hameren op nationale trots en rabiaat af te rekenen met alles wat maar enigzins naar socialisme neigt.
Een reactie posten