Nieuws en achtergronden over Hongarije van correspondenten Runa Hellinga en Henk Hirs
donderdag 12 maart 2009
KOKARDE
Mijn zoon trekt zijn zwarte nette broek aan. Gelukkig, een beetje hoog water, maar het gaat nog wel. Een van de curioziteiten van het Hongaarse schoolsysteem is de verplichte dracht van zwarte broek en wit overhemd (bij meisjes een witte bloes en zwarte rok) op bepaalde dagen: bij de opening en sluiting van het schooljaar en bij bepaalde gelegenheden tussendoor, zoals bijvoorbeeld de viering van de 15de maart - de herdenking van de revolutie van 1848 - op school.
Aangezien hij die broek de rest van het jaar verder niet aantrekt, is het een dure traditie. Vermoedelijk bestaat in Hongaarse families een uitgebreid systeem van broeken die van de ene broer of neef op de andere overgaan, want ik kan me toch nauwelijks indenken dat mensen iedere keer weer een nieuwe broek aanschaffen, terwijl je met een opgroeiende puber toch regelmatig een langer exemplaar nodig hebt.
Onlangs klaagde ik bij een ouderavond over dit prijzige en in mijn ogen totaal verouderde gebruik. Zijjn klassenleraar, een man die ik alleen in shorts of versleten spijkerbroeken ken, toonde begrip, maar is natuurlijk ook niet in staat een traditie diezelfs in de officiele schoolregels wordt vermeld, eigenhandig uit te bannen. Eén troost had hij: ,,Er staat wel dat het een zwarte broek moet zijn, maar nergens staat iets over de lengte.''
Maar goed, die valt gelukkig mee. Dus kan hij zich morgen zonder al te veel schaamte bij de meute zwart-wit geklede jongeren voegen die de straten van Hongarije dan bevolken. Eén jaarlijks terugkerende vraag is nog niet beantwoord: hoe moet het met de kokarde? Iedere zichzelf respecterende Hongaar speldt ter gelegenheid van 15 maart namelijk een kokarde met de Hongaarse driekleur op, een gewoonte die we te danken hebben aan de geliefde (of was het zijn vrouw) van de dichter Sándor Petőfi, die voor de revolutionairen in 1848 al dergelijke rozetten maakte, maar die met name door Fidesz nieuw leven in is geblazen.
Maar moet onze zoon nu ook een kokarde op? Toen we hem op de kleuterschool zónder naar school stuurden, kwam hij 's middags mét terug. Op de lagere school meende een overigens zeer aardige, maar op zijn tijd ook behoorlijk nationalistische lerares die over zulke zaken lang en serieus nadacht, echter dat een Nederlander geen Hongaars driekleur zou moeten dragen, wat onze zoon best vond. Maar het jaar erop liet hij het niet aan de lerares over, maar schafte er zelf een aan.
Dat exemplaar zit nu in zijn tas. Hij bekijkt morgen ter plekke wel hoe zeer hij bij klasgenoten uit de toon valt zónder. Maar de druk om mee te doen is groot en wordt voor mijn gevoel ieder jaar groter. Zelf voelde ik me vorig jaar op 15 maart tamelijk uitzonderlijk, want ik was - in Budapest - zo ongeveer de enige op straat zonder kokarde. Dat zal ook dit jaar het geval zijn, maar misschien moet ik maar oranje vlaggetjes op mijn wangen schilderen om duidelijk te maken waarom.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
13 opmerkingen:
Als 12 jaar in Nederland wonende Hongaarse ben ik een trouwe lezer van de site Hongarije Vandaag. Het is een fijne gelegenheid om de gebeurtenissen in Hongarije uit Nederland te kunnen volgen. Ik lees met grote belangstelling niet alleen het nieuws maar ook de persoonlijke ervaringen van de in Hongarije wonende Nederlanders omdat hun berichtgeving een extra dimensie biedt.
Maar de persoonlijke beschouwingen kunnen soms de feiten sterk kleuren.
Zoals het geval is met de artikelen van correspondente Runa Hellinga: De artikelen ‘Buskaartjes’, geplaatst op vrijdag 6 februari ; ‘Technische keuring’ van woensdag 4 februari 2009 en vooral het laatste, ‘Kokarde’, geplaatst op donderdag 12 maart 2009.
Ze bericht over kleine gebeurtenissen van het dagelijks leven die - in mijn ogen - zodanig worden vergroot dat die bij de lezer op z’n minst een rare bijsmaak wekken.
In de eerste twee genoemde artikelen beschreven situaties, zoals de gebreken van het openbaar vervoer, trage bestuurlijke processen, files etc., komen ook in Nederland regelmatig voor. Waar elders in de wereld heb je die problemen niet?
Ze hebben dus geen nieuwswaarde. Het creëert alleen een onnodig eenzijdig beeld over het land.
Maar het artikel Kokarde spant de kroon. Dit artikel staat vol overdrijvingen en onjuistheden. Het is geschreven vanuit een eenzijdig perspectief, klinkt zeer negatief en straalt minachting uit over een nationale traditie.
Haar beschouwingen en de manier waarop ze situaties beschrijft roepen bij mij een aantal vragen op: Duidt dit op gebrekkige maatschappijkennis van Hellinga over Hongarije? Waarom die negatieve houding, cynische toon en maar niet aflatend gezeur? Wat wil ze hiermee bereiken?
Mijn inziens is het doel van de site ‘Hongarije Vandaag’ om reële informatie te bieden over Hongarije en een link te leggen tussen de Hongaarse en Nederlandse culturen. Als bezoeker van de site wil je toch leuke, interessante wetenswaardigheden opdoen?
In interculturele contacten is het van belang elkaars culturele en sociale achtergrond te leren kennen. Die bepalen immers de gedragspatronen van een volk. Deze morele plicht zou extra moeten gelden voor een migrant, die ook nog journaliste is en al ruime tijd in haar nieuwe thuisland woont. Een correspondent doet er goed aan om zich eerst in de geschiedenis van het land te verdiepen voordat ze zich over de culturele verschijnselen en het gedrag van het volk uit. Zonder het verleden te kennen kan het heden niet begrepen worden. Als enkele kleine gebeurtenissen uit hun maatschappelijke context worden gehaald en oppervlakkig worden behandeld ontstaat er een ongewenste situatie: het artikel loopt het gevaar een verkeerd effect te creëren bij de lezer.
De auteur van deze artikelen woont al sinds 1990 in Hongarije. Dat lijkt me genoeg tijd om je goed te kunnen verdiepen in de (cultuur)historische achtergrond van het land om vervolgens de dagelijkse gebeurtenissen beter te begrijpen en meer begrip te tonen. Dit heet inburgering, geen onbekend begrip voor een Nederlander.
Nederland hecht zich met mindere mate aan (eigen) tradities. Daarom vind ik het raadzaam om voorzichtiger te zijn met de uitlatingen over gewoonten van andere culturen. Door een snel oordeel kunnen de diepgewortelde uitingsvormen van de nationale identiteit van een ander volk in een verkeerd daglicht komen te staan.
Informatie die in een breder perspectief geplaatst is, dient beter het doel van deze site: leesplezier voor de mensen die graag meer over dit land willen weten.
Laat ik één ding voorop stellen: ik ben zeer gesteld op Hongarije. En ik ben gesteld op een deel van de tradities. Maar er zijn ook dingen, waar ik minder goed mee uit de voeten kan. Ik volg de traditie van de 15de maart sinds 1990, toen ik net in Hongarije was. Toen droegen veel mensen een kokarde, maar lang niet allemaal. Maar het gebruik van de Hongaarse driekleur is de laatste jaren enorm toegenomen, en dat is geen toeval: het Hongaarse nationalisme is ook voelbaar toegenomen. Dat blijkt uit de opkomst van de Nationale Garde, uit het toenemende aantal mensen dat het hele jaar een vlag naast de voordeur heeft en uit het niet onaanzienlijke aantal auto's dat een sticker van Groot-Hongarije op zijn bumper heeft (om nog maar te zwijgen over de andere Groot-Hongarije-souveniers die je overal te koop ziet). Als ik op een 15de maart in Boedapest loop en echt vrijwel de enige ben die geen kokarde draagt, terwijl dat een aantal jaren geleden niet het geval was, vind ik dat op zijn minst opmerkelijk, en een teken des tijds. En het feit dat een lerares van mijn zoon er serieus over struikelt dat hij als Nederlander ook een kokarde op wil 8je wilt per slot van rekening niet uit de toon vallen in de klas) vind ik ook opmerkelijk.
Wat die zwarte broeken betreft: dat is een dure gewoonte, en eentje die in arme gezinnen ook echt tot problemen leidt. Ik weet dat een onderwijzeres op een school met veel zigeunerkinderen in Miskolc een eigen collectie zwarte broeken en rokken en witte hemden heeft, zodat ook de armste kinderen in de klas er op de betreffende dagen feestelijk bij kunnen lopen en niet hoeven af te steken bij de rest. Dat is heel lief van haar, maar voor kinderen (en hun ouders) die bij minder lieve juffen in de klas zitten, is zo'n traditie simpelweg niet meer dan een extra drempel in het onderwijs. Los van het feit dat in tijden van krisis wel meer mensen problemen met zo'n gewoonte zullen krijgen.
Al geruime tijd woon ik in Nederland dus respecteer ik de gebruiken van de Nederlanders of ze nu duur zijn of niet. Ik woon hier nu eenmaal en moet mij aanpassen. Ik ben dan ook van mening dat als je in Hongarije woont je je moet aanpassen naar de tradities die daar zijn! je kunt niet zomaar tradities proberen te veranderen! Hongaren hebben over het algemeen veel minder geld als in Hongarije wonende Nederlanders en die moeten ook een zwarte rok/broek aan en een wit hemd. Ik ben het dan ook eens met Edina. Jullie gaan wonen in Hongarije dan zul je je moeten aanpassen net zoals wij dat moeten in Nederland.
Uiteraard draagt mijn zoon een zwarte broek en een wit hemd. Hoewel ik het een dure gewoonte vind om voor één, hooguit twee keer dragen een broek aan te schaffen, zal ik hem echt niet zonder zwarte broek naar school sturen. Het gaat mij eerder om al die mensen die daar echt het geld niet voor hebben. Kinderen in de klas van mijn zoon, die niét met een schooluitstapje meekunnen omdat dat uit eigen zak betaald moet worden en hun ouders daar het geld niet voor hebben, terwijl diezelfde ouders wel ergens het geld vandaan moeten halen voor die nette broek. Met een eis dat kinderen ter herdenking van de 15de maart (of de opening van het schooljaar) zo netjes mogelijk gekleed gaan, bij voorkeur in zwarte broek en wit overhemd, heb ik geen problemen. Op zijn lagere school was dat ook het geval.
Er zijn in Hongarije gezinnen die hun kinderen niet naar school sturen omdat ze het geld niet hebben om hen gewone kleren te geven. Toegegeven, dat zijn gezinnen die helemaal aan de rand van de samenleving zitten, waarvan de ouders drinken of die hun hele inkomen aan een woekeraar moeten afdragen. Maar zoals ik in mijn vorige reactie al zei, iedere drempel die je opwerpt, is een extra drempel om kinderen in het onderwijs te krijgen. En als het in het gezinsbudget om de keuze tussen een zwarte broek of een klassenuitje gaat, ben ik voorstander van het klassenuitje. Maar dat zal wel heel Nederlands bekeken zijn.
Als reactie op het geschrevene van Edina. Ik herken dit als een typische reactie van een in het buitenland wonende Hongaars burger. Nog een tikje nationalistischer en beschermende t.o.v Hongarije dan een Hongaar zelf (een trekje wat Nederlanders in het buitenland evengoed vaak vertonen).
Ik wil geen oordeel uitspreken over de politiek in Hongarije,echter een feit is wel dat de kokarde door de Fidesz en andere rechtse partijen een aantal jaren geleden is gaan gebruiken om een politiek statement te maken. En hiermee wordt de kokarde dus oneigenlijk gebruikt. Vooral het daarbij behorende (misselijkmakend)statement van "alleen een echte Hongaar draagt ...." de rest zijn, bijvoegelijk naamwoord zelf invullen, buitenlanders waarbij aanvoorbij gegaan wordt dat de echte Hongaar in de hier gebruikte context niet kan bestaan omdat Hongarije door veel verschillende bevolkingsgroepen is en wordt bewoond. Net als in de familie van vrouw komt er in veel families b.v. Duits en/of Joods bloed voor.
Vanwege dit aangehangen politieke statement dragen mijn vrouw en kinderen geen kokarde
Je artikeltjes zijn voor mij erg informatief. Ik woon nu als nederlandse, drie jaar in Hongarije en in grote lijnen heb ik me wel verdiepd in de geschiedenis van Hongarije, wetende dat het erg bepalend is voor de cultuur van dit land hedentendage.
Toch, erover lezen is anders dan het zelf ervaren, zoals vandaag. Terwijl ik aan het winkelen was (toevallig in Miskolc), werden er overal kokardes te koop aangeboden. In de supermarkten lagen ze al twee weken lang te koop.
Overal hingen de vlaggen al klaar voor morgen. Nu begrijp ik waarom.
En daarmee ben ik weer een klein stukje Hongaarser geworden.
Maribel
Ja, dit is nou een typisch voorbeeld voor het verschil tussen de twee culturen. Hoe veel waarde en betekenis ken je aan tradities en uiterlijkheden toe?! Net aangekleed voor de dag komen bij een gelegenheid, aandacht besteden aan je uiterlijk horen eenmaal bij de Hongaarse, traditionele omgangsnormen.
Dit verhaal ‘zwarte broek - witte bloes’ is inderdaad een beetje zwart-wit. Dit geldt alleen voor een klein percentage van de bevolking en inderdaad voor de periferie van de maatschappij. Voor die mensen is dit klerenprobleem trouwens de allerkleinste zorg van hun dagelijks bestaan. Ik vind het jammer om dit traditionele klerenvoorschrift zodanig te vergroten alsof dit het grote deel van de Hongaarse kinderen de toegang tot het onderwijs zou belemmeren. Het is een beetje ver gezocht.
Even nog terug naar de reactie van Runa Hellinga van 9.28 uur op 14 maart over het artikel Kokarde.
De tradities van een andere cultuur te volgen door louter waarnemen betekent nog niet dat je gelijk de achterliggende gedachten ook te weten komt en die je ook begrijpt. Waarnemen is in dit geval een soort foto-opname van het oppervlak door een individuele lens en vervolgens daar een eigen interpretatie aangeven.
Voor het begrijpen van symbolen van de nationale tradities is z’n oppervlakkige waarneming zeker niet voldoende, je moet dieper duiken. Symbolen geven alleen maar de top van hun betekenis prijs. De rest moet je zelf ontrafelen en de geschiedenisboeken erbij halen. Een historisch perspectief is hierbij onmisbaar.
Wat is nou mis met het dragen van de kokarde?
Ik mis uw boodschap!
Suggereert u iets met uw verhaal?
U noemt in uw reactie een aantal losstaande feiten waarbij ik de samenhang mis.
Jammer dat uw verhaal door de snelle conclusies in het gevaarlijke terrein van de generalisatie wegzakt.
Ik denk dat hier duidelijk sprake is van een Nederlandse bril op de Hongaarse maatschappij. Ons nationalistisch gevoel is een gevoel van trotsheid op onze natie en ons volk. Daar hoort ook bij de bezorgdheid over Hongaren in Slowakije, Kroatië, Servië, Roemenië etc. Onze trots op onze tradities is staat pal tegenover het gebrek aan identiteit in Nederland. Wat dat betreft ben ik het geheel eens met Edina.
István
Toen ik in 1990 naar Hongarije kwam, was de 15de maart zo ongeveer het eerste dat ik meemaakte. Ik was, als inwoner van een land dat zijn geschiedenis inderdaad als iets van het verleden beschouwt en niet veel meer dan dat, diep onder de indruk van het historische bewustzijn dat uit de viering van deze feestdag sprak. Onze tolk op zijn beurt was verbijsterd dat wij Nederlanders niets bleken te doen ter herdenking van één van de belangrijkste periodes uit onze geschiedenis, namelijk de tachtig jarige oorlog.
Ik begon er een beetje anders tegenaan te kijken, toen ik in de jaren daarna als verslaggever te maken kreeg met de oorlog in het voormalige Joegoslavie, waar geschiedenis de inspiratiebron en rechtvaardiging van alles was. De problemen daar begonnen met herdenking van de Slag bij het Merelveld (Kosovo Polje) die de Serviers in 1389 verloren hadden tegen de Turken. Milosevic gebruikte die herdenking om de anti-Albanese gevoelens en het nationalisme van de Serviers op te zwepen en zijn eigen machtspositie te versterken. Vervolgens begonnen zowel Serviers als Kroaten met historische kaarten te zwaaien om hun claim op andermans grondgebied te rechtvaardigen. Wie nu kaarten van Groot-Hongarije bekijkt en vergelijkt met die Servische en Kroatische kaarten, kan het trouwens niet ontgaan, dat het ten dele om dezelfde gebieden gaat als de Serviers en Kroaten als historische Servische of Kroatische land claimen. Het gaat er per slot van rekening maar om welke datum in de geschiedenis je neemt om je claim te rechtvaardigen. Die Servische en Kroatische claims leidden er in Joegoslavie uiteindelijk toe dat mensen die decennia lang in vrede hadden samengeleefd, elkaar - voor de zoveelste keer - overhoop begonnen te schieten met als rechtvaardiging dat zij nu eenmaal meer recht op het gebied hadden dan hun buurman.
Begrijp me goed, ik hou van geschiedenis, ik vind het belangrijk dat volkeren hun eigen geschiedenis kennen, ik heb er ook niets tegen als die geschiedenis herdacht wordt. Ik heb ook niets tegen het dragen van een kokarde als uiting van trots op je vaderland. En ik heb er alle begrip voor als Hongaren de situatie van Hongaren over de grenzen met aandacht en zorg volgen. Ik realiseer me dat 'Trianon' nog niet zo vreselijk lang geleden is en dat er veel mensen zijn die nog met nauwe familiebanden verbonden zijn met de Hongaren in Slowakije, Roemenie en Servie.
Waar ik echter wel moeite mee heb, zeer veel moeite zelfs, is de gedachte dat er gebeurtenissen in de geschiedenis zijn die je weer recht kunt zetten. Aan die misvatting hebben we in de afgelopen eeuw een reeks van oorlogen te danken gehad. Het herstellen van een onrechtvaardigheid die de één is aangedaan, leidt onherroepelijk tot nieuwe onrechtvaardigheid voor iemand anders. De eerste Hongaarse premier na de val van het communisme, József Antal, zag dat destijds heel duidelijk toen hij besloot dat in Hongarije geen teruggave van huizen zou plaatsvinden, maar mensen in plaats daarvan compensatiebonnen zouden krijgen. Hij zei letterlijk dat het herstellen van een onrechtvaardigheid voor de één tot nieuwe onrechtvaardigheid van de ander zou leiden. In de buurlanden zijn mensen nu nóg aan het bakkeleien over huizen en woningen, die de één terugclaimt, terwijl de ander er al decennia lang woont en zich al die tijd eigenaar waande. Zo is het met huizen, zo is het met landen en de volkeren die daar leven.
Je geschiedenis kennen en eren is één ding, maar historisch bewustzijn moet geen blok aan het been worden dat de ontwikkeling van een land tegenhoudt. Los van het feit dat dat bewustzijn altijd eenzijdig is. Geschiedenis bestaat niet uit simpelweg uit feiten, maar uit een visie op die feiten die altijd gekleurd wordt door de eigen opvatting en de eigen blik. Als wij Nederlanders trots zijn op onze Gouden Eeuw (en terecht), vergeten we voor het gemak even dat de hele wetenschappelijke en filosofische ontwikkeling van die tijd en onze toenmalige ongekende welvaart gebaseerd waren op kolonisatie, slavenhandel en wapenhandel.
Wie echt historisch bewustzijn heeft over de Hongaarse geschiedenis, erkent, en viert, een complexe ontwikkeling en de veelzijdigheid van alle volkeren die hebben bijgedragen tot de Hongaarse cultuur zoals die nu is. Een stad als Boedapest zou een stuk minder imposant zijn zonder de bouwprojecten van rijke joodse fabrikanten aan het einde van de 19de eeuw. De Hongaarse muziekwereld zou armer zijn zonder de bijdragen van de van oorsprong Duitstalige Frans List, die zichzelf later Ferenc Liszt ging noemen. De Hongaarse volksmuziek zou minder veelzijdig zijn zonder de zigeunermuzikanten die eeuwenlang door het land zijn getrokken om op bruiloften en partijen te spelen en die die cultuur tot de dag van vandaag volhouden. De hele vaak geroemde lijst met Hongaarse Nobelprijswinnaars schrompelt ineen tot niets als je alle joodse onder hen niet als Hongaars zou beschouwen.
Als historisch bewustzijn betekent dat je als volk een opsomming van je sterke en zwakke punten maakt zodat je daar voor de toekomst van kunt leren, is dat alleen maar toe te juichen. Als het niet meer is dan weeklagen over het verloren verleden (een trend die we momenteel in Nederland ook een beetje zien opkomen, trouwens) dan kan ik er helaas, mede dankzij mijn eigen ervaringen in Joegoslavie, minder begrip voor hebben. Op de school van mijn zoon werd de herdenking van de 15de maart gebruikt voor een discussie over de vraag wat je op die dag zou wensen voor Hongarije. De antwoorden varieerden van 'meer liefde voor Hongaarse volksliedjes tot 'meer tolerantie' en 'dat de politiek ermee stopt alleen aan het eigen belang te denken en eens aan de belangen van het land gaat denken'. Het geeft in ieder geval hoop dat een nieuwe generatie straks over de schaduw van het verleden heen kan stappen en aan de toekomst kan gaan denken.
De bittere toon in sommige reacties stemt me wat droevig. ´t Is waar dat ik ook wel eens, toen ik voor de 300x keer het verhaal over de Nederlandse koekjestrommel moest aanhoren, dacht “Ja, en hoepel nu maar op”. Nationaal gevoel, ook het Nederlandse, laat zich makkelijk kwetsen. Als buitenlander moet je daarmee rekening houden. Maar hoe, en dat is deels de strekking van het verhaal, is lang niet altijd duidelijk. Is het voor een buitenlander – een buitenlands kind - in Hongarije nu wel of juist niet gepast om de kokarde te dragen?
Natuurlijk, er komt ook iets anders aan de orde. Namelijk de kwestie of het hier eigenlijk (nog) wel gaat om een nationale traditie, of om een (partij)politiek statement. Wat treurig stemt is dat deze vraag, en ik vrees nog wel een paar andere, kennelijk niet gesteld mag worden. Dat wat mij voorkomt als oprechte bezorgdheid over sommige ontwikkelingen in Hongarije zo makkelijk uitgelegd wordt als cynisme. Of als blijk van een gebrek aan kennis van de geschiedenis, die kennelijk maar voor één uitleg vatbaar is.
Jan
Beste Runa,
Steek maar die "kokarde " op en kijken hoeveel hongaren zullen zich oranje verven op 30 april op Koninginnedag.
De andere artikelen vind ik persoonlijk ook leuk en je schrijft het waarheid zoals het is.
Er komt leven in de brouwerij! Ik ben heel blij dat er een leuke discussie is ontstaan.
Een breed scala van meningen maakt de site nog levendiger en levert een waardevolle bijdrage aan de beeldvorming over Hongarije.
Er is niets mis met eigen interpretaties. De valkuil zit in de snelle conclusies en de sugererende of generaliserende opmerkingen.
Zo zei Jan - terecht - in zijn reactie dat hij van de ’koekjestrommel’ verhalen zat is.
Aan de discussie voorafgaande eenzijdige stellingen verdienen een beetje nuancering. Het is juist belangrijk te benadrukken dat de traditie op zich is niet gelijk aan het misbruik maken van de traditie voor allerlei politieke of ideologische etc. doeleinden.
Ook al zijn er tendenties waarneembaar, is het deel niet gelijk aan het geheel.
Ik woon inmiddels negen jaar in Hongarije. De waarnemingen van Runa zijn ook vaak de mijne en het is die herkenning die het lezen van deze blog zo leuk maakt. Volgens mij staat het Runa vrij om op deze blog over kleine gebeurtenissen van het dagelijks leven te schrijven. Als immigrant zie je die het snelst over het hoofd, en voor je het weet ren je heen en weer om je gebrek nog snel te herstellen.
Veel te gemakkelijk zijn hier, Volgens mij, de intenties van Runa en haar kennis ter discussie gesteld. Ik heb net Runa's reisgids over Boedapest uit en daaruit blijkt zonneklaar dat het haar niet ontbreekt aan een goede historische en actuele kennis van Hongarije.
Persoonlijk heb ik soms moeite met de rigiditeit van sommige Hongaarse tradities. Tegelijkertijd merk ik dat een te nonchalante houding als kwetsend kan worden ervaren.
Ontegenzeggelijk wordt de vrijheidsoorlog 1848-1849 politiek gebruikt in de huidige politieke strijd. Als dit Runa's vraag zou zijn, dan is die volgens mij zeer legitiem: Hoe respecteer ik de Hongaarse tradities, en maak ik daar deel van uit, zonder (ongewild) een politieke statement te maken?
Een reactie posten