Volgens zijn artsen heeft de Hongaarse acteur en regisseur Péter Halász nog dagen, hooguit weken te leven. Halász, die altijd gefascineerd was door de dood, vond het zonde dat hij alle mooie en misschien minder mooie dingen die mensen na zijn begrafenis over hem zouden zeggen, zou missen. Daarom speelde hij, als laatste voorstelling van zijn leven, deze week in het openbaar zijn eigen teraardebestelling deze week na.
De acteur, die de dood al op het skeletachtig magere gezicht stond getekend, had voor de gelegenheid een zwarte doodskist uit een rekwisietenkamer geleend. Daarin lag hij opgebaard, omringd door kaarsen en door vrienden en bekenden, maar ook onbekenden, want zijn laatste optreden was weliswaar bedoeld geweest voor een select gezelschap, maar was via het internet aan een breder publiek bekend geworden.
Schrijvers als György Konrad hielden de begrafenisredes, terwijl witte, met maskers getooide figuren als carnavaleske begrafenisondernemers rond de baar liepen. De acteur zei vooral nieuwsgierig te zijn naar de reacties van de bezoekers. ,,Mijn leven was een theater, mijn dood ook’’, aldus Halász. Een camera filmde dan ook de reactie van het publiek, en de beelden zullen uiteindelijk in een documentaire over zijn leven worden gebruikt.
Halász was in de jaren zeventig één van de bekendste acteurs in de ondergrondse theaterbeweging van Hongarije. Hij speelde de meeste van zijn stukken voor klein publiek in huiskamers en werd, nadat hij naar Amerika was geëmigreerd, leider van het SQUAT theater in New York.
RH
Geen opmerkingen:
Een reactie posten