zondag 23 december 2018

Jobbik, Hongarije's nieuwe centrumrechts

Demonstratie tegen de arbeidtijdsenwet
"Als wij in 2010 hadden gewonnen, hadden we misschien een vergelijkbare politiek gevoerd als deze regering. Een aantal dingen die Fidesz heeft gedaan, komen oorspronkelijk zelfs uit ons toenmalige verkiezingsprogramma. Maar na ruim acht jaar Orbán weten we hoe belangrijk democratische concepten als persvrijheid en onafhankelijke rechtspraak zijn."
Als fractieleider van Jobbik heeft Márton Gyöngyösi iets uit te leggen. Jarenlang stond Hongarijes grootste oppositiepartij symbool voor rechts extremisme in Europa. De partij had een eigen paramilitaire garde die tegen 'zigeunercrinimelen' optrad en haalde regelmatig het nieuws met antisemitische incidenten. Zo vroeg Gyöngyösi zelf in 2012 bijvoorbeeld om een lijst van volksvertegenwoordigers en topambtenaren van Joodse afkomst.
Geen oppositielid wilde destijds ook maar iets met hem te maken hebben. Maar afgelopen weken demonstreerde Jobbik zij aan zij met links tegen de regering Orbán. Toen parlementariërs in het gebouw van de staats-tv zendtijd vroegen om hun protesten tegen de nieuwe arbeidstijdenwet toe te lichten, stonden Gyöngyösi en andere Jobbik-politici buiten om hun collega's binnen te ondersteunen. Links en rechts werken inmiddels aan een gezamenlijk actieplan voor de komende tijd. Jobbik-vlaggen wapperen zij aan zij naast vlaggen van de socialistische MSzP en niemand kijkt er meer van op als demonstranten door een Jobbikspreker worden toegesproken.
Het is voor sommigen nog even wennen. Linkse demonstranten associeerden de partij tot zeer recent nog steeds met rechtsextremisme, hoewel de partij in 2013 het roer omgooide om een brede conservatieve volkspartij te vormen. Menigeen zag dat vooral als stunt. Toen Jobbik vorig jaar bij een grote joodse feestdag een felicitatie aan de joodse gemeente stuurde, reageerde die afhoudend. Niet helemaal onbegrijpelijk, want de laatste diehard-rechtsextremisten stapten pas kort na de verkiezingen afgelopen april op.
"Ik begrijp het wantrouwen wel, maar als zelfs linksliberalen als de joodse filosofe Agnes Heller of schrijver György Konrad voor samenwerking met Jobbik pleiten zegt dat toch iets," zegt Gyöngyösi. Desondanks: er is dat verleden. Hij ontkent het niet. Zijn eigen uitspraken noemt hij inmiddels onacceptabel. Toen hij om die lijst vroeg, zag hij alle Joden als medeverantwoordelijken voor het geweld van Israel in de Gaza-strook, legt hij uit. Kritiek op dat geweld heeft hij nog steeds en hij is ook niet van plan die voor zich te houden, zegt hij. "Maar ik realiseer me nu wel dat je daar niet alle Joden de schuld van kunt geven."
Jobbiks toenmalige antisemitisme verklaart hij uit de gebrekkige Hongaarse omgang met de geschiedenis. Hongarije verloor na de Eerste Wereldoorlog twee derde van zijn grondgebied. Kort na de Tweede Wereldoorlog werd het land communistisch. Terwijl Duitse historici de eigen geschiedenis diepgaand hebben geanalyseerd, was er in Hongarije nooit een kritische discussie over het verleden en de eigen verantwoordelijkheid daarin, zegt Gyöngyösi. "Maar ik heb in de afgelopen jaren veel geleerd."

Als links en Jobbik elkaar in één ding nog steeds niet kunnen vinden, is het Orbáns grenshek. Gyöngyösi steunt dat hek, omdat economische migratie nu eenmaal gestopt moeten worden. Wat hij wel onaanvaardbaar vindt, is dat echte vluchtelingen ook worden geweerd. "Wat mij betreft is dat hek heel nuttig om een goede selectie te maken. Maar die selectie moet je wel maken, we moeten solidair blijven met mensen die echt hulp nodig hebben."
Maar Orbán wordt volgens hem gedreven door islamofobie en dat is een angst waarvoor hij weinig begrip heeft. Dat onderscheidde Jobbik in het verleden al van partijen als de PVV of de Oostenrijkse FPO of het Franse Front National en het heeft de partij altijd weerhouden om daarbij aansluiting te zoeken. In het Europese Parlement vormt Jobbik zijn eigen, kleine fractie.
"In landen met veel migranten snap ik wel dat dat voor sommige partijen zo ongeveer het enige agendapunt is. Maar in Hongarije is het een onzin-debat. Er zijn hier nauwelijks migranten. Daarnaast: de islam is een van de grote wereldgodsdiensten en doen alsof alle moslims salafisten of wahabisten zijn is zoiets als het christendom afrekenen op de Ku Klux Klan of de inquisitie. De meeste slachtoffers van extremistische moslims vallen trouwens niet hier, maar in islamitische landen en als je dat extremisme wilt bestrijden, moet je juist een dialoog aangaan met de gewone, gematigde moslims."
Marton Gyöngyösi, Ágnes Vadai en Timea Szabó
Er zijn zeker meer onderwerpen dan het grenshek waarin hij met links van mening verschilt. Jobbik is nog steeds een echt conservatieve partij. Maar al staat Gyöngyösi persoonlijk niet te juichen bij de Boedapester Gay Pride, hij heeft er geen behoefte meer aan om die met geweld te verstoren, zoals Jobbik vroeger wel probeerde. Een van de dingen die hij geleerd heeft, is het belang van open debat over onderwerpen waarover je van mening verschilt.
Alle recente veranderingen in Hongarije de afgelopen jaren, in de media, de CEU en het rechtssysteem, hebben volgens hem maar één doel: tegengeluiden het zwijgen opleggen en ervoor te zorgen dat Viktor Orbán aan de macht blijft. "Dat is wat alle oppositiepartijen gemeen hebben: we willen allemaal een echte democratie, waarin ruimte is voor verschillende meningen en voor vrij debat."
Dat er in de nieuwe samenwerking tussen links en rechts ongetwijfeld nog de nodige hobbels opduiken, daarvan zijn alle partijen zich bewust. "Onze meningsverschillen zijn nog steeds heel groot," aldus Ágnes Vadai van de Democratische Coalitie. "Maar wat telt is dat we nu samenwerken om dit systeem te veranderen." Timea Szabó, parlementariër voor Párbeszéd (Dialoog), is het daar volkomen mee eens: " Zo'n samenwerking is wat Orbán meeste vreest en het is geweldig dat die nu op gang is gekomen. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om dat vol te houden".



Geen opmerkingen: