De drie belangrijkste oligarchen rond premier Viktor
Orbán – Lőrinc Mészáros, István
Garancsi and Andy Vajna – hebben belangen in maar liefst 400 bedrijven,
aldus de anti-corruptie website Átlátszo (Transparantie).
Orbán’s stromannen
hebben banken, verzekeringsmaatschappijen, hotels, fabrieken, media,
reclamebedrijven, bouwondernemingen, landbouwbedrijven, olie- en gas
ondernemingen, casino's, en ga zo maar door. Er is, aldus Átlátszó, eigenlijk geen enkele belangrijke economische
sector in Hongarije waarin ze geen
belangen hebben.
Met name dorpsgasfitter en jeugdvriend Mészáros boerde het afgelopen jaar goed. Een
jaar terug telde Átlátszó nog 125 ondernemingen waarin hij een belang had, nu
zijn dat er al 224. Het vermogen van de man die in 2010 nog drie kleine bedrijfjes
bezat in Orbán’s jeugddorp Felcsut, wordt inmiddels geschat op 280 miljard
forint (900 miljoen euro). Maar hij won dan ook een ongekend aantal openbare
uitschrijvingen voor overheidsopdrachten (met een totale waarde van maar liefst
491 miljard forint oftewel 1,5 miljard euro), voor het overgrote deel zwaar
gesubsidieerd door het vermaledijde Brussel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten