Onthullingen over corruptie |
Het intrekken van de accreditatie is onbeduidend in verhouding tot wat de redactie van de Népszabadság dit weekend overkwam, maar dat het geen goede dagen voor de persvrijheid in Hongarije zijn, is wel duidelijk. Regeringsgezinde politici zitten er niet mee. “Ik huil geen krokodillentranen,” antwoordde Szilárd Németh, vicevoorzitter van regeringspartij Fidesz dit weekend op de vraag wat hij vond van de plotselinge sluiting van Hongarijes grootste oppositiekrant Népszabadság. Volgens hem verschilde de krant niet van zijn voorganger een kwart eeuw geleden, de communistische Szabad Nép (Vrije Volk).
De rest van Hongarije denkt daar duidelijk anders over. Zaterdagavond betoogden duizenden, waaronder journalisten van regeringskranten, tegen de sluiting. Zelfs de rechtse Jobbik reageerde geschokt en sprak over maffiamethodes en de teloorgang van de persvrijheid.
Volgens Fidesz is de sluiting puur rationeel, gezien de verliezen die de krant maakte. Dat de krant verliezen maakt, klopt. De oplage, ooit meer dan een half miljoen, is gekrompen tot 35.000 abonnees en een losse verkoop van rond de 40.000. De advertentie-inkomsten zijn laag, niet in de laatste plaats omdat de regering en staatsbedrijven de krant boycotten. Overheidsadvertenties verzekeren het voortbestaan van regeringskrant Magyar Idök met zijn oplage van slechts 3000.
Volgens uitgever Mediaworks maakte de Népszabadság sinds 2007 ruim 16 miljoen euro verlies. Misschien is het niet helemaal voor niets dat het bedrijf naar de afgelopen negen jaar verwees. Vorig jaar blijkt de krant volgens het Hongaarse bedrijfsregister namelijk voor het eerst in lange tijd winst te hebben gemaakt, zo'n 450.000 euro. De wijze waarop de krant gesloten werd, heeft dan ook weinig te maken met financiën. De journalisten spreken van een regelrechte putsch.
Hoe onverwacht het voor hen kwam, blijkt uit het feit dat er voor gisteren eigenlijk een bedrijfsfeestje gepland stond vanwege de ingebruikname van een nieuw kantoor. Financiële verantwoordelijken van de krant hadden zich vrijdag nog optimistisch uitgelaten over de toekomst. Niets wees er dan ook op dat het personeel zaterdagochtend per koerier te horen zou krijgen dat de uitgave per direct was opgeschort. Journalisten hoefden niet meer op hun werk te verschijnen, hun e-mailadressen bleken gesloten te zijn en het werd hen verboden hun kantoor te betreden. Ook was de website van de krant leeg, op een verklaring van de uitgever na. Daarin is sprake van een mogelijke doorstart, maar staat ook dat abonnees hun geld terug kunnen krijgen. En in zo'n doorstart is een toegang tot het krantenarchief niet inbegrepen.
Uitgever Mediaworks is een Oostenrijks bedrijf, maar in Hongarije deed al langer het gerucht de ronde dat bedrijven die met banden met regeringspartij Fidesz geïnteresseerd waren in overname van de ondernemung. Volgens de Népszava, het enige linkse oppositiedagblad dat nog rest, kwam Mediaworks eind augustus al in handen van Lörinc Meszaros, dorpsgenoot en naaste vertrouweling van premier Viktor Orbán. Als dat klopt is hij daarmee niet alleen eigenaar van de Népszabadság, maar ook van een groot aantal provinciale bladen. Volgens een andere versie moest de krant dicht omdat Meszaros de regionale dagbladen wel wil hebben, maar niet opgescheept wilde zitten met het netelige probleem wat hij dan met de Népszabadság moest doen.
Financiële redenen om de toegang tot het archief te sluiten en de krant in één keer van het internet af te vegen zijn absoluut niet te bedenken. Maar de Népszabadság is sterk in onderzoeksjournalistiek. Hongaarse media veronderstellen dat de stekker er zo plotseling uit ging vanwege een recente serie verhalen over corruptie in Fideszkringen, onder meer over de goed betaalde baantjes en dure huizen die de directeur van de Nationale Bank voor zijn vriendin regelde en over Antal Rógan, een topman in de huidige regering. Zijn escapes met een helicopter, en vooral zijn leugens over die escapes (nee hoor, ik ben niet met een helicopter gegaan, nou ja, vooruit, alleen op de heenweg, ach, wat vervelend dat u kunt bewijzen dat ik ook nog teruggevlogen ben) zorgden de hele week voor smeuiige kopij. voor vandaag stond een vervolg op de rol, dat nu in delen elders verschijnt.
Het is overigens niet voor het eerst dat zakenlieden nabij de regeringspartij op botte wijze een einde maken aan een oppositie-medium. In 2004, toen de partij zelf in de oppositie zat, kocht een aan Fidesz gelieerde ondernemer de links-liberale Magyar Hirlap op. Er kwam een nieuwe hoofdredacteur die alle oude journalisten en abonnees wegjoeg. Binnen enkele weken deden alleen de kop en de opmaak nog denken aan de oude krant. In 2015 werd de kritische nieuwssite Origo overgenomen. Ook toen kwam de voltallige redactie op straat te staan.
Bij de demonstratie zaterdag bleek duidelijk hoeveel angst de gebeurtenissen Hongaarse journalisten inboezemen.. “Als ze een journalist het zwijgen op willen leggen, moeten we allemaal demonstreren, want vandaag zijn zij het, morgen wij,” aldus een verslaggever Hír-TV, een conservatieve oppositiezender.
Een journalist van een regeringskrant die ook was komen demonstreren, zei tegen nieuwssite Index dat hij anoniem wilde blijven en dat hij zich een beetje afzijdig hield om buiten beeld te blijven van de vele camera’s op het plein. Anders, zo zei hij, hoefde hij vandaag niet meer naar zijn werk te gaan.