'De hond van de buren poept ook altijd op de stoep' |
Het is bepaald geen aansporing voor politie, openbaar ministerie en rechtbanken om snel te werken en daardoor zitten mensen voor relatief onschuldige zaken soms jaren in de gevangenis voordat ze een rechter zien. Zo zit een autosmokkelaar al vier jaar vast, alleen omdat de samenwerking tussen de Hongaarse en de Roemeense autoriteiten niet zo vlot loopt. Als de man ooit voor de rechter komt, zal zijn straf ongetwijfeld behoorlijk zijn, minstens net zoveel jaren als zijn voorarrest duurde. Niet omdat zijn misdaad zo enorm is, maar om te vermijden dat de staat hem een schadevergoeding moet betalen wegens onterechte vrijheidsberoving.
De Hongaarse advocaat Gábor Magyar heeft op dit moment enkele honderden soortgelijke zaken vergaard die hij bij het Europese Hof in Straatsburg wil aankaarten. Het gaat hem niet alleen om die onterechte vrijheidsberoving, maar ook om de omstandigheden waaronder: de Hongaarse gevangenissen zijn zo overbevolkt dat Straatsburg dat al eerder als schending van de mensenrechten veroordeelde. Magyar wil een schadevergoeding voor zijn cliënten. En zoals zij zijn er nog enkele duizenden. Van de in het totaal 18000 gevangenen in dit land zitten er 5000 in voorarrest. Als Straatsburg Magyar gelijk geeft, kan dat een dure grap worden voor Hongarije.
Maar eerlijk is eerlijk, Hongarije is niet het enige land in Europa in die situatie. Over de omstandigheden in landen als Bulgarije, Griekenland of Spanje maak ik me weinig illusies, maar zelfs Duitsland kent een voorarrest zonder einde en buit die optie bij tijd en wijle ook uit. Ik sprak een Duitse advocaat die me vertelde dat in Hamburg een man al vier jaar in de cel op zijn proces wacht. In diezelfde stad werd pas twee jaar geleden de laatste cel met tien inzittenden gesloten.
Wie kritiek heeft op het feit dat Hongarije de mogelijkheden tot voorarrest een paar jaar geleden heeft uitgebreid in plaats de achterstand van de rechtbanken aan te pakken, zal ongetwijfeld met het Duitse of een soortgelijk voorbeeld om de oren worden geslagen. Je kunt veel kritiek hebben op de wetgeving van deze regering, maar vrijwel altijd is er ergens in de Europese Unie wel een land dat iets soortgelijks in zijn wet heeft staan. Het grootste deel van de Fidesz-top, inclusief Orbán zelf, studeerde ooit rechten en weet de Europese juridische gaatjes perfect te vinden.
Veel bedrijven en instellingen proberen van anderen de 'best practices' over te nemen, ideeën en methoden die het bedrijf ten goede komen. De Hongaarse regering doet een beetje hetzelfde, alleen kijkt die eerder naar 'worst practices'. En bovendien voert ze die meestal net wat anders uit dan het land waar ze het idee hebben opgepikt.
Zo werd de Hongaarse media-autoriteit van 2010, die een storm van internationale kritiek veroorzaakte, geënt op de Nederlandse Raad van Journalistiek. Met een paar kleine veranderingen: de Nederlandse raad wordt weliswaar net als de Hongaarse media-autoriteit benoemd door het parlement, maar de leden van de raad worden vanwege hun vakkennis gekozen, niet vanwege hun partijgebondenheid. Bovendien heeft onze mediaraad hele andere en veel beperktere bevoegdheden. Hij mag geen boetes uitdelen en bepaalt ook niet welke radiozender een frequentie krijgt en welke niet. Maar ergens in Europa is ongetwijfeld een ander orgaan dat soortgelijke bevoegdheden wel heeft.
De invoering van de Nationale Tabakswinkels is net zoiets. Dat soort winkels hebben ze in Oostenrijk ook. Alleen, daar bestaan ze al heel lang en zijn ze niet geopend ten koste van pakweg 40.000 kleine kruideniers die tabak mochten verkopen. Ook zijn de licenties geen politiek vriendjesspel. Er zijn nog wat verschillen, maar je kunt de regering niet verwijten dat ze iets hebben bedacht wat niemand anders al deed.
En dan die camera's die tegenwoordig werkelijk op iedere hoek hangen. In Engeland is het minstens net zo erg. Hongaren schijnen er trouwens niet echt mee te zitten. In het huis van een Amerikaanse kennis werd laatst aangekondigd dat er een camera in de hal zou komen met directe verbinding met de politie. De aanleiding was onduidelijk, het was niet zo dat het pand recent door een golf inbraken werd geplaagd. De kennis vond het niets, maar zijn medebewoners snapten niet waar hij zich druk over maakte. Integendeel, zij vonden het idee wel veilig.
Engeland is ook de hoofdleverancier van het kiesstelsel dat de regering Orbán vorig jaar voor de tweede keer aan een tweederde meerderheid hielp. Het Hongaarse systeem lijkt grotendeels op het Engelse districtenstelsel met één kiesronde. Simpelweg komt dat erop neer dat de sterkste partij in een kiesdistrict de zetel wint en alle andere partijen, zelfs als ze bijna even sterk zijn, het nakijken hebben.
De recente verkiezingen in Groot-Brittannië maken zonneklaar hoe oneerlijk dat systeem is. De 'gigantische verkiezingsoverwinning' van David Cameron kwam neer op 36 procent van de stemmen. Dat leverde hem een absolute meerderheid in het parlement op. Labour kreeg 30,4 procent, 1,4 procent meer dan bij de laatste verkiezingen, maar verloor desondanks 24 zetels. De Schotse Nationale Partij sleepte 50 zetels binnen, met niet meer 4,7 procent van de stemmen, terwijl de liberalen, die haast acht procent van de stemmen kregen, met niet meer dan acht zetels eindigden. En hoewel ze mijn sympathie totaal niet hebben: dat de anti-EU UKIP met 13 procent van alle stemmen slechts één zetel in het Britse parlement wist te halen, lijkt me het ultieme bewijs hoe rot het Britse systeem is.
Dan kan Orbán met recht beweren dat het Hongaarse kiesstelsel een stuk eerlijk is: hier wordt tenminste een deel van de zetels via partijlijsten verdeeld. Als dat niet het geval geweest was en alle zetels in het Hongaarse parlement volgens het Engelse systeem zouden zijn verdeeld, dan hadden we vorig jaar een waarlijk communistische uitslag gehad, niet in stemmen, maar wel in zetels. Dan had Fidesz namelijk met 43 procent van de stemmen geen tweederde meerderheid in het parlement gehad, maar 95 procent.
Maar de Hongaarse regering kan tevreden zijn. Afgelopen week won Andrzej Duda, een man die qua gedachtegoed dicht bij Orbán staat, de Poolse presidentsverkiezingen. Een van de slogans van zijn Recht en Orde Partij (PiS) is 'Budapest aan de Wisła' (de Wisła is de rivier die door Warschau stroomt). Hongarije als best practice: de Poolse kiezers zien het blijkbaar zitten.