Afscheid van school |
Klokslag vier uur gaan de deuren open en drommen we samen met de andere ouders naar binnen. We doen maar wat zij ook doen: ergens een plaats in de gang zoeken, tussen de scholieren van de andere klassen. Stemmige liederen klinken uit het omroepsysteem als aan het begin van de gang de stoet van twaalfde klassers opduikt. De jongens in pak, de meisjes meest in zwarte rok en witte blouse, op één meisje na dat een soort punkvariatie op dit thema heeft bedacht, met een paarse pruik en legerlaarzen aan haar voeten. Ik vraag me af of ze daarmee straks ook haar eindexamen doet, want de leerlingen worden bij het examen geacht in hun nette kleren te komen.
De stoet nadert in begrafenistempo. Ieder van de drie eindexamenklassen wordt voorafgegaan door de klassenvertegenwoordigers, een jongen en een meisje, gevolgd door een aangedaan kijkende klassenleraar en diens plaatsvervanger. Daarachter lopen, in ganzenpas achter elkaar, met de ene hand op de schouder van de voorganger en in de andere arm een groeiende hoeveelheid bloemen en ballonnen, de overige leerlingen. Bij ouders en grootouders stoppen ze en worden ze gekust en van nog meer bloemen en ballonnen voorzien, om vervolgens weer snel aan te sluiten. Zo trekken ze in trage gang, onder begeleiding van weemoedige liederen het hele schoolgebouw door, naar de aula. Allemaal hebben ze een klein tasje om hun schouder, met daarin een zakje zout, een stukje brood, een munt en een foto van de school. Zout en brood symboliseren gastvrijheid, de munt een fortuinlijke toekomst.
Daar volgt een programma met afscheidssketches van de lagere klassen, een eigen pianocompositie van een leerling. De Einstein van de twaalfde klas krijgt een schoolprijs voor het feit dat hij de afgelopen jaren deelnam aan twintig landelijke wedstrijden op het gebied van schei-, natuur- en wiskunde, en bij een behoorlijk aantal daarvan als eerste eindigde. De klassenvertegenwoordigers spelden het klassenlint van hun klas aan de schoolvlag die al begraven is onder de linten van vele generaties leerlingen - dit is een behoorlijk oude school. En ieder van de vertrekkende klassen houdt zijn eigen afscheidsrede.
Bij de auladeur zien we moeders een traantje wegpinken. Ook Kati néni, de plaatsvervangende klassenleraar, heeft tranen in haar ogen. Samen met haar collega heeft ze onze zoon en zijn klasgenoten zes jaar lang onder haar hoede gehad. En dat betekent aanzienlijk meer dan in Nederland. Ze hebben de kinderen van brugpiepers zien opgroeien tot min of meer volwassen. Een paar keer per jaar trokken ze er met de hele klas voor een weekend op uit. Iedere week was er een klassenuur, waarin school- en andere problemen aan de orde kwamen. Ze hebben zich ingezet om de toekomst te garanderen een van de leerlingen, een wees die samen met zijn invalide grootmoeder woont, en ervoor te zorgen dat hij na zijn schooltijd een baantje heeft dat hem garandeert dat hij zijn studie kan afronden. Ze nemen kortom afscheid van een groep voor wie ze in die zes jaar een soort surrogaatouders zijn geworden.
Dat verklaart misschien deels waarom het afscheid van een Hongaarse school geen afscheid voor altijd is. Je blijft voor altijd oud-leerling van de school waar je op zat en deel van de klas waar je in hebt gezeten. Over ruim anderhalve maand, als de klas zijn eindexamenfeest viert, weet iedereen één ding: over vijf jaar zien ze elkaar weer. En vijf jaar later, en vijf jaar later. De reünie is net zo'n traditie als de balagás. Ik ben als eens zeventigjarigen tegengekomen die inmiddels vijftig jaar van school waren. Een deel van de klas was inmiddels overleden, maar de rest, die kwam natuurlijk naar de reünie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten