Viktor Orbán op 15 maart |
Helaas ken ik hem niet
persoonlijk. Natuurlijk zou ik hem graag kennen, maar wie zou dat niet. Na zijn
15-maart-toespraak dit jaar vulde mijn ziel zich weer met warmte, zoals aan het
einde van ieder van zijn toespraken, en niet per se vanwege zijn uitspraken,
want die zijn eenduidig, maar omdat hij, iedere keer als hij zijn wenkbrauwen
wat optrekt, zijn hoofd een beetje verlegen laat zinken, zijn papieren recht
legt, probeert om zijn ontroering te verbergen. Want hij is ontroerd...
Nu, na de verkiezingen,
als u mijn zinnen leest, kan ik dankzij ‘onze in eenheid beproefde krachten’ al
vol trots zeggen, dat de minister-president van mijn kleine, doch steeds sterker
wordende vaderland onveranderd de zeer menselijke Viktor Orbán is.
Ik weet niet hoe hij zijn
dagelijkse leven doorbrengt, en hoe zou ik dat ook moeten weten, maar
wat hij de gewone mensen toestaat om via de media te zien, is precies dat wat men
van de eerste man van het land verwacht, als zou hij dag na dag naar de vermaningen
van Seneca luisteren: “Vergeet niet, des mensen waardig moet je leven om het
waardig te zijn dit hoge ambt te dragen. Roep de wijsheid te hulp, hul je in
haar toga, dan beschermt ze je voor het kwade, in haar heiligdom vind je
zekerheid… Leef met oprecht hart, en leef met oprechte ziel! Zonder parade,
zonder haat leven – en zie: aan jou is het gelukkige leven.”
Waarschijnlijk is het aan
die denkwijze te danken dat hij medewerkers van gelijke gezindheid heeft aangetrokken,
met wier hulp hij de ongelooflijk vele goede maatregelen en initiatieven heeft
weten te realiseren en in gang te zetten waarmee we de afgelopen vier jaar aan
deze en de andere zijde van de grens zijn verrijkt en waarmee onze directe, en
op den duur misschien ook wijdere omgeving misschien beter, menselijk kan
worden. Daaronder, zoals u in onze apriluitgave kunt lezen, het
hersenonderzoek, het nieuwe burgerlijk wetboek, de maatregelen die het belang
van een nationale politiek onderstrepen, de GMO-vrije politiek van ons
vaderland, het programma ter bescherming van het erfgoed in het Karpatenbekken,
om maar enkele thema’s te noemen. Wat betreft de wijdere omgeving kunt u er onder meer
kennis van nemen hoe onze onderzoekers bijdragen aan de goede naam van ons land,
hoe wijn tot een factor is in de imagovorming van ons land, en wat een handvol
Hongaren in New York of ook in Dubai kan doen, om onze culturele betrekkingen te
ontwikkelen.
Ik hoop dat het hart van
onze liever Lezer sneller klopt bij het lezen van onze artikelen, omdat het
zeer zeker goed is om Hongaar te zijn, en met dit gevoel kunnen wij allen het
feest der feesten, het Paasfeest, met een gerust gevoel tegemoet zien.
Ildikó H. Petró,
hoofdredacteur.