Balatonmeer: toeristenbelasting voor iedereen |
Om haar woorden te
onderstrepen, duwde ze hem een officieel document onder zijn neus: “Toeristenbelasting
moet ook worden betaald als de eigenaar uit hartelijkheid (zonder
tegenprestatie, op basis van familiebanden of vriendschap) gasten heeft.” Of
Szabó daarom maar even 21840 forint op tafel wilde leggen, de belasting die hij
verschuldigd was voor acht gasten die een week waren gebleven.
Ergens in 1972, in de
communistische tijd, kwam een ambtenaar op het lumineuze idee dat mensen die
bij een ander logeerden, ook toeristen waren en dus toeristenbelasting moesten
betalen. Leuk meegenomen was dat je zo ook nog een centje ving bij de tallozen
die beweerden vrienden of familie op bezoek te hebben terwijl ze in
werkelijkheid kamers verhuurden.
De wet werd nooit
afgeschaft, maar de controle van private personen bleek lastig. In de meeste
gevallen kregen daarom alleen hotels en pensions de belasting opgelegd. Maar
met krapper wordende gemeentebudgetten ontdekken meer en meer Hongaarse
gemeenten toeristenbelasting op logerende vrienden en familie als een potentieel
aantrekkelijke bron van inkomsten.
Balatonszemes, waar Szabó
zijn vakantiehuis heeft, besloot in april de inning van toeristenbelasting
serieuzer aan te pakken. Afgelopen jaar haalde de gemeente drie miljoen forint,
een luttele 4500 euro, binnen. Met een beetje actiever controlebeleid moet dat
45 miljoen kunnen worden, is de verwachting. En dus worden huiseigenaren in Balatonszemes, en in vele andere gemeenten
rond het Balatonmeer, gevraagd om het officiële gastenboek waarin ze horen bij
te houden wie er bij hun heeft overnacht. Wie zo’n boek niet heeft, krijgt als
hij pech heeft een boete.
Niet iedere gast is
belastingplichtig. Directe bloedverwanten van de huiseigenaar - ouders,
grootouders, kinderen en kleinkinderen - mogen belastingvrij blijven slapen,
net als pleegkinderen. Maar aangetrouwde familie, zoals de echtgenote van je
zoon, heeft pech, net als neven, nichten en je beste vriend. Studenten en soldaten
op verlof zijn vrijgesteld, evenals geestelijken op dienstreis. Voorwaarde is
wel dat diein een kerkelijk gebouw overnachten.
Ook toeristen die in het ziekenhuis
terechtkomen, hoeven niet te betalen, staat expliciet in de wet. Anders zou er
zomaar een belastingambtenaar met een aanslag naast je ziekenhuisbed kunnen opduiken.
Wie bij je slaapt vanwege
zijn werk, is geen toerist en hoeft daarom niet te betalen. Dat moet je wel
kunnen bewijzen, maar het creëert, bedacht een slimme Hongaarse internetsite,
een gaatje om de belasting te ontkomen: sluit met al je gasten een arbeidscontract
af, en neem ze tijdelijk als onbetaalde tuinman in dienst.
Binnen de beperkingen van
de wet staat het ieder gemeentebestuur vrij eigen regels maken. Zo verschilt de
hoogte van de belasting van een paar dubbeltjes tot twee euro. In de ene plaats
zijn blinden uitgezonderd, in de andere grote gezinnen, en in het derde dorp weer
burgers uit een bepaald Pools stadje waarmee de gemeente vriendschapsbanden heeft.
In sommige plaatsen mogen mensen boven de zeventig gratis overnachten, in
andere moeten ze de eerste twee weken betalen.
Theoretisch verplicht de
wet iedereen in gemeenten waar toeristenbelasting wordt geheven, feitelijk om
een gastenboek in huis te hebben, voor het geval je ooit een gast hebt. De kans
lijkt klein dat belastingambtenaren in Boedapest daar huis aan huis op gaan
controleren. Maar in Balatonszemes zou ik met een eventuele boete van 200.000 forint
in het verschiet toch liever voor een paar forint een gastenboek aanschaffen,
ook als ik nooit gasten had.
3 opmerkingen:
wat een leuke colomn, maar ik denk dat 3.000.000 HUF wel iets meer is dan 4500 EURO.
Annet
Je hebt gelijk, dat is ruim tienduizend euro, stom
Nee, daar is een officieel schriftje voor, te koop bij iedere kantoorboekhandel. Wij hebben er een, in verband met ons appartement. Het ziet eruit alsof het regelrecht uit de communistische tijd komt, inclusief een kolom waarin je moet invullen wanneer mensen het land in zijn gekomen en zo.
Een reactie posten