Ergens woensdagavond schudde de aarde. De bakkersvrouw heeft het ook gevoeld. Geen grote beving, 4,3 op de schaal van Richter, en het epicentrum was 10 kilometer verderop. Maar goed, alsof een overstromende Donau voor de deur niet voldoende is voor één dag.
We zitten inmiddels
achter een wal van zandzakken. De buurt heeft het er niet bij laten zitten dat we officieel geen bescherming kregen en zelf wat georganiseerd. Overal liggen bergen zand, stapels
zakken en rollen landbouwplastic. Gekregen van mannen van de rampendienst die ook
niet snapten waarom er in onze straat geen tijdelijke dijk wordt gebouwd, terwijl een paar honderd meter verder een dam van twee meter hoog en zeker twee meter breed is verrezen.
Bij de buren is een
enorme wal van zandzakken verrezen. Ik hoop dat hun inschatting overdreven is,
want onze stapel is aanvankelijk aanzienlijk lager. Te laag misschien, vind ik, en dat leidt
tot wat discussie. De nieuwe piekvoorspelling van de hydrologische dienst geeft
de doorslag, want die ligt elf centimeter hoger dan gisteren. Er moeten meer
zakken voor de poort.
Dat karwei blijkt sneller
geklaard dan verwacht. Over helpende handen hebben we niet te klagen. Een
vriendin dient zich aan, en een vage bekende herinnert zich plots dat wij aan de
Donau wonen en belt, popelend om de handen uit de mouwen te steken. Als
geroepen dumpt een auto een nieuwe berg zand vlak bij onze poort en begint een
groep scholieren in razend tempo zakken te vullen. Dat stijgende water maakt
niet vrolijk, maar de onderlinge solidariteit maakt veel goed. Iedereen helpt
iedereen en een buurvrouw die ik al jaren op afstand groet, vindt nu hoog tijd om
voornamen uit te wisselen.
De zandzakken betekenen
wel dat we ons zelf min of meer hebben ingesloten. Onze buren, die een zijuitgang
naar een hoger gelegen steeg hebben, geven ons de sleutel van hun poort. Tegen
de 2,5 meter hoge muur tussen onze tuinen komen aan weerszijden ladders.
In onze poort trekken we
nog onze eigen, zelfgebouwde waterwering op, met extra plastic en zandzakken.
De laatste gaatjes worden met een lijmpistool gedicht. Zo moet het goed zijn,
denken we, en kijken uit over de uitdijende Donau, die nu tegen de kademuur aan
de andere kant van de straat klotst. Midden in de watervlakte staat een beeld
van een biddende St. Elisabeth. Ze lijkt te smeken dat de rivier snel zakt.
Dan, ergens in de middag,
slaat de twijfel alsnog toe. Stel dat het niet bij de voorspelde 7,91 meter
blijft? Het is nu of nooit om daar nog wat tegen te doen. En met de kruiwagen
gaan we op pad om nieuwe zandzakken. Een dijk van ruim een meter, afgedicht met
landbouwplastic, dat moet genoeg zijn. Hopen we.
Dagboek van een overstroming, deel 3
Dagboek van een overstroming, deel 3
1 opmerking:
Sterkte de komende dagen!
Een reactie posten