Aziatische
toestanden in Europa, zo omschrijft de Stichting Onderzoek Multinationale
Ondernemingen (SOMO) de arbeidsomstandigheden in vier elektronicafabrikanten in
Hongarije. Werknemers maken vaak dagen van twaalf uur, tegen zeer lage lonen en
moeten op vakantie wanneer de baas dat bepaalt, aldus het SOMO-rapport “Het
Flex-syndroom”.
Vakbondsman
László Zoltán kent de gevolgen van zo’n dienst maar al te goed. Zes jaar lang
werkte hij bij Nokia in Komaron in een twaalf uurdienst. Net als zijn vrouw,
die in de andere ploeg zat. “We zagen elkaar alleen bij de ploegenwisseling,” zegt
hij. En op de gezamenlijke vrije dagen, maar omdat hun dag- en nachtritme verschilde,
kwam het ook dan niet echt van gezamenlijke activiteiten. “Het tast je sociale
leven enorm aan, je kunt nooit ergens heen, want de diensten gaan ook in het
weekend door. En ik was altijd moe, maar kon niet slapen.” Zoltán stopte met de ploegendienst toen hij op zijn veertigste een hartaanval kreeg.
Het SOMO-onderzoek
is onderdeel van het makeITfair-project, gericht op misstanden bij de productie
van consumentenelektronica. Daarbij gaat het vooral om Azië, maar Hongarije werd
onderzocht, omdat dat land binnen Europa de belangrijkste producent van zulke elektronica
is. Naast het Finse Nokia onderzocht SOMO vestigingen van Samsung, Flextronics
en Foxcomm, drie Aziatische bedrijven. Het grootste struikelblok bleek de
zogenaamde tijdbank: de Hongaarse arbeidswet die het voor werkgevers mogelijk
maakt om de lengte van de arbeidsdag te variëren.
Op drukke
momenten, bijvoorbeeld voor de kerst, kan werknemers worden opgedragen tot
maximaal twaalf uur per dag en zestig uur per week te werken. De extra uren worden
in slappere tijden zonder overwerktoeslag gecompenseerd via werktijdverkorting
of verplichte vakantie. Bedrijven hoeven zo minder tijdelijke werknemers in te
huren. Vooral oudere werknemers klagen dat ze zulke lange dagen, vaak staand
aan een machine, nauwelijks volhouden.
De problemen
zijn niet bij alle bedrijven gelijk. Bij Nokia, waar de twaalfurige dag
standaard was, maar inmiddels overigens is afgeschaft, waren de extreem lange
dagen de grootste klacht. “Lang niet iedereen was er trouwens ontevreden over,”
zegt Zoltán, “Een voordeel is dat je per veertig uur minder reistijd hebt, en als
je van ver komt, scheelt dat. Tussen drie diensten had je altijd drie dagen
vrij. Vooral jonge mensen vinden dat prettig. Pas als je het langer doet, merk
je de gevolgen. Op den duur sloopt zo’n ritme je gezondheid.”
Op de lange
dagen na was het personeel bij Nokia overigens te spreken over de werkgever. De
onderlinge werkverhoudingen zijn goed, het salaris redelijk, het management is
toegankelijk en het bedrijf biedt sociale extra’s, zoals gratis medische
onderzoeken bij de gezondheidskliniek op het industrieterrein bij Komaron.
Maar bij
andere bedrijven wordt er naast lange dagen geklaagd over buitensporig lage
lonen, autoritaire werkverhoudingen of over pauzes die zo kort zijn dat ze
nauwelijks naar de wc kunnen of hun middagmaal opeten. Vooral Flextronics in
Zalaegerszeg springt er in het SOMO-onderzoek wat dat betreft uit. Volgens
werknemers werd daar tot voor kort zo regelmatig iemand op de werkvloer onwel
dat het lokale ziekenhuis en de pers er zelfs een naam voor hadden: het
Flex-syndroom.Het management zag overigens in dat er iets moest gebeuren: ook
Flextronics schafte de 12-urige werkdag af. En verder kregen werknemers een
stoel.
“Smerige multi’s” en “slavenomstandigheden”
zijn termen die vooral in Hongaarse nationalistische kringen populair zijn als om
multinationals gaat en het SOMO-rapport lijkt die vooroordelen te bevestigen.
Toch is dat een vertekend beeld. Bij een onderzoek onder 27000 respondenten
naar de beste bedrijven om te werken bleken buitenlandse werkgevers verreweg
het populairst. Slechts één Hongaarse onderneming, het multinationale
oliebedrijf MOL, schopte het tot de top tien. Autofabrikant Audi eindigde als
nummer een.
“De
verschillen tussen multinationals zijn enorm,” bevestigt Zoltán, “Bij bedrijven
met Europese eigenaren zijn de werkomstandigheden meestal prima, maar je ziet
dat bedrijven met Aziatische eigenaren en een Aziatisch topmanagement ook
Aziatische werkverhoudingen meenemen.” Wat hem opvalt, is dat diezelfde
bedrijven, als ze bijvoorbeeld in Duitsland een vestiging hebben, daar heel
anders met hun personeel omgaan, want niet alleen het personeel, maar ook
Duitse managers pikken de Aziatische werkverhoudingen niet. Hongaarse managers,
maar ook Polen of Tsjechen, gaan veel makkelijker in mee in de autoritaire
verhoudingen die de Aziatische top vraagt. “Ze missen het zelfbewustzijn om
zich tegen de topmanagers te verzetten,” vermoedt Zoltán.
Ook
multinationale ondernemingen met een slechtere naam, zoals Flextronics, voelen overigens
de druk om aan zekere eisen te voldoen. Dat ligt anders in het Hongaarse midden-
en kleinbedrijf, waar lange tot zeer arbeidstijden een algemene klacht zijn. Op
de juridische internetsite Jogiforum wemelt het van de meldingen over werkweken
tot zestig 60 uur. Een forumlid kon in zijn proeftijd tussen twee diensten soms
niet meer dan drie uur slapen, en kreeg ook in de weekenden geen vrij. Op zijn
officiële werkstaat kwamen al die extra uren uiteraard niet voor.
Er zit
overigens ook een andere kant aan, zegt Zoltán. “Multinationals zijn over het
algemeen star. Als je bij een klein bedrijf werkt en je kind wordt
ziek, is er vaak wel wat te regelen. Als je bij een multinational werkt, zit je
meestal vast in een strak werkschema waar geen ruimte is om zulke problemen op
te vangen. Dan moet je maar zien hoe je het oplost.”
Het grootste
probleem, meent hij, is de Hongaarse wetgeving die het bedrijven mogelijk maakt
de werktijd flexibel naar hun eigen wensen in te delen. Ook SOMO wil dat er een
einde komt aan het tijdbanksysteem, maar het omgekeerde lijkt het geval. Met de
Aziatische competitie in het achterhoofd nam het Hongaarse parlement afgelopen
jaar een nieuwe arbeidswet aan met het uitdrukkelijke doel de arbeidsmarkt in
Hongarije verder te flexibiliseren. Terwijl de vakbonden vroeger moesten
instemmen met de tijdbank, mogen werkgevers tegenwoordig met individuele werknemers
afspraken maken. Ook werden de rechten van de vakbonden ingeperkt. Tegenwoordig
voldoet een door het bedrijf benoemde bedrijfsraad als vertegenwoordiging van
het personeel.
Verder hoeven
werkgevers geen salaris meer uit te betalen als de machines bijvoorbeeld door
een stroomuitval stilstaan. Zieke werknemers kunnen ontslagen worden, en wie
zijn werk niet goed doet, kan tot vier maanden loon kwijtraken. Werkgevers
kunnen werknemers die met geld werken, om een borgsom vragen. Bovendien is het maximale aantal overwerkuren per jaar verhoogd van 200 tot 300 uur. Opmerkelijk, gezien
het feit dat Hongaren nu al gemiddeld 1959 uur per jaar werken. Dat is meer
ruim 230 uur meer dan een werknemer in Japan en na de Grieken de langste
werktijd van Europa.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten