vrijdag 31 augustus 2012

Mediawet voor Hongaarse oppositiemedia niet het grootste probleem


Wie in Hongarije een contract tekent, moet iedere pagina ondertekenen. Maar de blanco achterkant? Nee dus, en dat deed de Hongaarse Klubrádió dan ook niet bij zijn bod op verlenging van de frequentie waarop het station uitzendt. Die ‘ommissie’ dreigt het linksliberale regeringskritische zender  nu de das om te doen. De Hongaarse Media Autoriteit verklaarde Klubrádió’s bod recent ongeldig vanwege “ontbrekende handtekeningen”.
Toen Hongarije anderhalf jaar geleden een nieuwe mediawet aannam, kwam er een storm van internationale protesten op een aantal bepalingen die het mogelijk maken om media op inhoudelijke gronden hoge boetes te geven. Iedere regeringsgezinde politicus wijst erop dat dat tot nu toe nooit is gebeurd. Dat klopt, al neemt dat niet weg dat de wet de mogelijkheid wel degelijk biedt. Maar de problemen van Klubrádió maken duidelijk dat Hongarije hele andere middelen heeft om kritische media dwars te zitten. En Klubrádió staat niet alleen.
Het nieuwste oppositiemedium dat in de problemen zit, is het dagblad Népszabadság. De uitgever daarvan, het Zwitserse bedrijf Ringier, gaat internationaal fuseren met Axel Spinger, uitgever van onder meer de Duitse Bild Zeitung, maar in Hongarije eigenaar van de regionale dagbladen in het land. Volgens de Hongaarse media-autoriteit komen door die fusie teveel kranten in één hand, en dus moet Ringier zijn aandelen in de Népszabadság verkopen.
De eerste gegadigde die zich meldde, was Sándor Csintalan, ooit socialist, maar al jaren lid van de regeringspartij Fidesz en actief bij de Fidesz-gezinde nieuwszender Hír-tv. Csintalan zegt dat hij de Népszabadság als linkse oppositiekrant wil handhaven, in het belang van de perspluriformiteit in 
Hongarije. Maar je kunt het de redactie van de Népszabadság niet kwalijk nemen dat ze daar haar twijfels over heeft.
De tweede gegadigde die zich meldde, was de socialistische MSzP. Veel mensen associëren de Népszabadság nog steeds met die oppositiepartij. In werkelijkheid heeft de krant zich de afgelopen jaren tot een onafhankelijke, links-liberale oppositiekrant ontwikkeld die zich zeer kritisch over de MSzP kan uitlaten.De socialisten als eigenaar is voor de redactie net zomin een aanlokkelijk perspectief als Csintalan.
De MSzP als eigenaar zou alleen wel betekenen dat redactieleden hun baan waarschijnlijk behouden, in tegenstelling tot de redactie van de Magyar Hirlap, die tien jaar geleden een rechtse eigenaar kreeg en binnen luttele maanden van een liberale in een uiterst rechtse krant was omgetoverd.
Bij radio en televisie is de toewijzing van frenquenties van oudsher een middel voor politieke manipulatie. Kort voor de verkiezingen verloren de populaire muziekzenders Danubius en Sláger Rádió hun frequenties aan twee nieuwkomers. Class FM en NeoFM wonnen formeel simpelweg, omdat hun bod beter was. Maar hun financiële toezeggingen waren totaal irrealistisch en werden vrijwel direct ingetrokken.
Het was algemeen bekend dat Class FM werd gesteund door de toenmalige oppositiepartij Fidesz en NeoFM door de regerende Socialistische Partij (MSzP) en de liberale SzDSz. Een politiek koehandeltje dus. De voorzitter van de toenmalige Mediaraad trad af uit protest.
Voor de eigenaren van NeoFM bleek het een Pyrrhusoverwinning. Sinds de MSzP in de oppositie zit, wordt het station het leven onmogelijk gemaakt. Class FM mag zich laven in de ruimhartige toewijzing van overheidsadvertenties en advertenties van aan de staat geliëerde bedrijven. NeoFM kreeg uit die hoek vrijwel geen cent. Wel beboette de Media Autoriteit het het station vanwege het overtreden van reclameregels.
De vorige regering verdeelde haar advertentiebudgetten keurig onder alle media. In de zeer krappe Hongaarse advertentiemarkt zijn die advertenties bittere noodzaak om te overleven. Maar tegenwoordig gaat het overgrote deel van de overheidsreclame naar regeringezinde kranten en media. Dat dreigt ook een krant als de socialistische Népszava de das om te doen, en het kostte NeoFM de kop. In juni werd het station bankroet verklaard.
Klubrádió worstelt sinds 2010 met advertentiekrapte, ook al omdat de toekomst van het station vanwege de tegenwerking van de Media Autoriteit voortdurend aan een zijden draad hangt. Niemand durft langdurige reclamecontracten met de zender af te sluiten. Dat de zender nog bestaat, is te danken aan de financiële steun van de pakweg 400.000 luisteraars.
Het besluit van de Media Autoriteit om Klubrádió’s bod ongeldig te verklaren wegens ontbrekende handtekeningen vindt zijn oorsprong in een rechtszaak die het station had aangespannen nadat de Media Autoriteit Klubrádió’s frequentie had toegewezen aan Autorádió, een uit het niets opgerezen station met nauwe banden binnen regeringspartij Fidesz. De rechter bepaalde dat het bod van Autorádió ongeldig was, omdat daar inderdaad de nodige handtekeningen ontbraken. Op de voorkant, wel te verstaan. Hij bepaalde ook dat Klubrádió zijn frenquentie kon houden.
Maar de Media Autoriteit heeft die uitspraak genegeerd, en dat is veelzeggend. Tekenend is ook de reactie van regeringzijde. Ferenc Kumin, woordvoerder van het bureau van de premier, zegt niet te begrijpen waarom Klubrádió internationaal zoveel aandacht trekt. “Ze doen alsof ze de stem van de oppositie zijn, maar het is een totaal onbetekenend radiostation dat fouten heeft gemaakt bij de aanvraag voor verlenging van de frequentie,” meent Kumin, zich baserend op de Media Autoriteit.
Waarom de Media Autoriteit zover gaat om de rechter te schofferen als Klubrádió zo onbelangrijk is, is een vraag waarop Kumin geen antwoord heeft. Gezichtsverlies speelt inmiddels waarschijnlijk net zo’n grote rol als het de wens om een kritisch station het zwijgen op te leggen. Maar Klubrádió geeft niet op. Het heeft aangekondigd opnieuw naar de rechtbank te gaan.


Geen opmerkingen: