Vanaf komend schooljaar wordt bidden verplicht voor kinderen in het
Hongaarse stadje Kisújszállás. In mei besloot
de gemeenteraad om alle onderwijsinstellingen – een kleuterschool, twee lagere
scholen en een handvol andere instituten – over te dragen aan de baptisten en
de gereformeerde kerk. Ouders die geen religieus onderwijs willen, moeten
elders een plek voor hun kind zoeken.
Dienst in een gereformeerde school |
Kisújszállás
is niet uniek. Sinds het vorig jaar simpeler werd om openbare scholen aan de
kerk over te doen, hebben tientallen gemeenten die kans gegrepen om hun krappe budget
te ontlasten. Afgelopen schooljaar werden 59 scholen door kerken overgenomen.
Het aantal kinderen dat religieus onderwijs volgt, steeg met 22 procent en
bedraagt nu zo’n tien procent van alle scholieren. Ouders worden, vaak van de
ene dag op de andere, voor het blok gezet. Onderwijzers die niet regelmatig naar
de mis willen, kunnen veelal hun biezen pakken.
Voor gemeenten mogen financiën de hoofdrol spelen, bij
de regering spelen hele andere motieven mee. Premier Viktor Orbán heeft
zichzelf een plek in de geschiedenis toegedicht, niet alleen als redder van de christelijke
Hongaarse natie, maar ook als voorvechter van de wederopstanding van een
christelijk Europa.
“Ik wil een land opbouwen met een kleine ‘l’, het land
van de Hongaren en van de wereld, en met een grote ‘L’, het land van God, en
dat is de hogere betekenis van wat ik doe,” zei hij elf jaar geleden al toen
hij voor het eerst aan het bewind was. “Ik heb er geen twijfel over dan
Hongarije en het christendom, de Hongaren en de historische kerken niet van
elkaar te scheiden zijn.”
Het onderwijs is een logische plek om te beginnen. Een derde
van de Hongaren is officieel katholiek, een derde gereformeerd. Maar volgens
een recente internationale studie zei slechts 9,8 procent echt gelovig zijn.
Zo’n 23 procent noemde zichzelf atheïst. Het overdragen van scholen aan de kerk
past geheel in een campagne voor religieuze vernieuwing. “Niet alleen wordt de
staat bevrijd van het onderhoud van scholen met een neutrale ideologie, maar
leerlingen worden meteen ook blootgesteld aan denkbeelden die de regering meer
aanspreken,” aldus de Hongaarse godsdienstfilosoof György Gábor.
Zelfs wie niet naar een religieuze school gaat, zal
niet helemaal aan religie ontkomen. In de nieuwe onderwijswet wordt het volgens
van godsdienstonderwijs of ethiek verplicht gesteld. In dat laatste vak,
bestemd voor kinderen die geen godsdienstonderwijs willen volgen, worden stromingen
als het antigoddelijke liberalisme aangepakt en leren ze over de nationale en
familiewaarden zoals die de regering voor ogen staan. Voormalige minister van
onderwijs Miklós Réthelyi was in een toespraak duidelijk over de achtergrond: “De
bedoeling is om onze levens te herprogrammeren volgens de heiligheid van onze
dagen.”
Otbáns strijd voor een christelijk Hongarije en Europa kan rekenen op
dankbare steun van conservatieve rooms-katholieke geestelijken in Hongarije en
daarbuiten, die niets ophebben met de vernieuwingen van het Tweede Vaticaanse
Concilie en zich afzetten tegen het Europese liberalisme.
Poolse en Hongaarse katholieken samen op pelgrimage |
“Hongarije heeft zichzelf op de rails gezet als een land dat zich in de
richting van een religieuze staat beweegt, en weg van de seculiere staat zoals het
Tweede Concilie die steunde. Hongarije heeft het nu dringend nodig dat de Kerk
de ‘religieuze vrijheden’ verwerpt die ze sinds dat concilie prijst en blijft
aanprijzen in ontkenning met haar traditie,” aldus een conservatieve katholieke
Poolse website over de Hongaarse ontwikkelingen.
Nadat het Europese parlement zich kritisch uitliet over Orbáns
politiek, trokken honderden Polen op 15 maart, een Hongaarse nationale
feestdag, naar Boedapest om bij een pro-regeringsdemonstratie hun steun voor de
Hongaarse premier uit te spreken. Ze reageerden op een oproep van het
aartsconservatieve Poolse radiostation Radio Maryja.
Terwijl katholieke geestelijken elders in de wereld geïntimideerd
worstelen met aanhoudende onthullingen over seksschandalen, straalt de Hongaarse
katholieke kerk in deze een opmerkelijk zelfvertrouwen uit. Niet dat Hongaarse priesters
braver waren, maar de enkele zaak die de openbaarheid haalt, verdwijnt al snel uit
het nieuws, mede omdat de regering de staatstelevisie en en het nationale
persbureau in een ijzeren greep heeft. Er zijn vermoedelijk weinig landen waar
hoge katholieke geestelijken het momenteel aandurven om een Europarlementariër
voor pedofiel uit te maken, maar dat is wel wat Gyula Márfi, de aartsbisschop
van Veszprém, dit voorjaar deed toen hij het voor de premier opnam na diens bezoek
aan Straatsburg.
Márfi vergelijkt de Europese kritiek op Orbán met de kritiek op Lots
familie 4000 jaar geleden in Sodom en Gomorra. “Er is nog steeds een verborgen
Christelijk Europa, maar er is een veel luider, scherp anti-Christelijk,
ultra-liberaal Europa,” aldus de aartsbisschop, “Dat zijn degenen die Europa
een overdosis vrijheid hebben gegeven, die net als een overdosis medicijnen,
niet geneest, maar vergiftigt. Voor die mensen betekent Europa vrije
abortussen, vrije liefde, erkenning van homoseksuele huwelijken, gelijkheid van
man en vrouw en de vrije competitie van het wilde kapitalisme.”
Tijdens Orbáns vorige
regeringscyclus tussen 1998 en 2002 waren de banden met de kerken al sterk en
werd ruimhartig staatsgeld uitgetrokken voor de renovatie van kerkgebouwen en salarissen
van geestelijken in kleine gemeenten. Maar destijds was de parlementaire basis
van de regering veel smaller en beschikte Orbán niet over de macht die hij
vandaag heeft.
Dankzij een twee derde meerderheid kon zijn partij vorig
jaar een nieuwe grondwet aannemen, waarin het christendom een allesbepalende
factor is. De toon wordt al gezet bij de openingswoorden “God zegene de
Hongaren”. Even later wordt wettelijk vastgelegd dat de Hongaren trots zijn
“dat koning Stefan de Hongaarse staat duizend jaar geleden op stevige
fundamenten vestigde en ons deel liet worden van het Christelijk Europa.”
“Ooit was iedereen het eens over de gedachte van een
christelijk Europa, vandaag is christendom de waterscheiding die ten grondslag
ligt aan ieder Europees waardedebat,” aldus Orbán in een interview dat hij met
Pasen aan het katholieke weekblad Új Ember (de Nieuwe Mens) gaf. “Nu gaat het erom of een land dat uit de greep weet te blijven van de heersende
Europese seculiere, anti-gezins- en anti-nationale opvattingen, zijn toekomst
kan opbouwen op waarden die daaraan tegengesteld zijn."
Hoewel de opstellers van de grondwet destijds zeiden
dat de bepaling dat het leven vanaf de conceptie moet worden beschermd, geen
poging was om abortus te gaan verbieden, lijkt zo’n verbod nog maar een kwestie
van tijd. Onlangs probeerde de regering al om de abortuspil die in sommige
ziekenhuizen wordt gebruikt, in de ban te doen.
In het paasinterview zegt de premier dat hij “mede de waarden van het
Koninkrijk Gods vertegenwoordigt.” Kerkfilosoof Gábor trekt daaruit de conclusie dat de
scheiding tussen staat en kerk, een van de grondwesten van het moderne Europa,
in Hongarije in gevaar is. Er is, meent hij, feitelijk een alliantie tussen
“altaar en troon” ontstaan.
Dat is wel eens anders geweest. Toen Orbán in 1990 kersvers van de
universiteit voor het eerst in het parlement terecht kwam, was hij liberaal en alles
behalve een gelovig christen. Zijn eerste twee kinderen bleven jarenlang
ongedoopt. Toen de toenmalige regering in 1991 financiële steun aan de kerken
wilde geven, was hij mordicus tegen. “Is er een garantie dat de kerk niet
rechtstreeks gaat ingrijpen in het politieke leven?” vroeg hij zich bezorgd of.
De omslag kwam in 1993, toen hij samen met zijn hele partij plots naar
rechts opschoof en steun bij de kerken zocht. Een politieke zet, was de
overtuiging van zijn tegenstanders. Wie de premier nu volgt, krijgt de indruk van
een herboren christen. Toch is nog steeds niet iedereen van zijn oprechtheid
overtuigd. In ieder geval komt de goddelijke bezieling goed uit in de zware
tijden die Hongarije doormaakt. Gábor: “Als
de partijpolitiek zo’n goddelijke achtergrond krijgt, schrikt dat aanhangers af
om kritiek te uiten. Wie durft dan nog te klagen over geldgebrek, of zich af te vragen
of belastinggeld wel goed wordt beheerd, als er sprake is van gewetensvragen
die het lot van de hele natie en van Europa betreffen?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten