Horthy en Hitler |
Kereki staat niet alleen. Een paar weken geleden werd in Gyömrőn, een dorp onder de rook van het vliegveld van Boedapest, het centrale plein dat de afgelopen 65 jaar nota bene het Vrijheidsplein heette ook naar Horthy vernoemd. Ook andere plaatsen hebben afgelopen tijd over zulke naamswijzigingen gedebatteerd. In Vác werd het voorstel voorlopig van tafel geveegd.
Onlangs kondigde het ministerie van onderwijs dat vanaf komend jaar, "op veelvuldige vragen uit de onderwijswereld" naar meer aandacht voor "conservatieve schrijvers uit de jaren dertig" drie schrijvers worden toegevoegd aan het verplichte curriculum Hongaarse literatuur: Albert Wass, Dezső Szabó, en József Nyirő. Alle drie waren voor de Tweede Wereldoorlog bekende nationalistische publicisten, en alle drie waren openlijke antisemieten. Je kunt alleen maar een echte Hongaar zijn als je ook antisemiet bent, zo schreef Szabó. De geschriften van Wass wemelen van de antisemitische uitspraken en de man is (hoewel hij dat zelf altijd heeft ontkend) lid van de fascistische Pijlkruisers geweest. Wass en Nyirő, die beiden in 1944-1945 het land ontvluchtten, werden kort na de oorlog veroordeeld als oorlogsmisdadigers.
Een hoge regeringsfunctionaris sprak in 2011 al zijn onvrede uit over het feit dat Horthy in het Hongaarse Holocaustmuseum werd geassocieerd met Auschwitz. Het kostte de directeur zijn baan. Vorig jaar gaf premier Viktor Orbán opdracht voor vijftien schilderijen over de geschiedenis van Hongarije in de 20ste eeuw. Sinds begin dit jaar zijn die te zien in de Nationale Galerie in Boedapest. Een ervan beeldt Horthy af als een Hongaarse leider die het land langs duistere (buitenlandse) machten loodst. En in de (deels vernieuwde) tentoonstellingen in het Nationaal Museum en het Boedapest Museum wordt de regent kritiekloos als een groot staatsman neergezet.
Het zijn allemaal tekenen dat er een herwaardering gaande is voor het gedachtegoed van de jaren dertig. Horthy is in de ogen van velen het symbool van verzet tegen het onrecht van het verdrag van Trianon, waarbij Hongarije na de Eerste Wereldoorlog tweederde van zijn grondgebied verloor. Dat is in zekere zin opmerkelijk, want dat verdrag werd getekend toen Horthy al staatshoofd was. Bovendien was Horthy verantwoordelijk voor de anticommunistische Witte Terreur begin jaren twintig die in het totaal zo’n 5000 mensen het leven kostte. Het was, zeggen zijn verdedigers, een antwoord op de Rode Terreur van de kortstondige Hongaarse Radenrepubliek, maar het was wel een buitengewoon gewelddadig antwoord: in de Rode Terreur kwamen 590 mensen om, en behalve communisten kwamen tijdens de Witte Terreur talloze sociaaldemocraten en joden van links en rechts om het leven.
Hij sloot een bondgenootschap met Hitler-Duitsland en hij wordt door vele historici - maar niet door veel Hongaren - medeverantwoordelijk gehouden voor de transporten van honderdduizenden joodse Hongaren naar Auschwitz in de zomer van 1944. Een Hitler was hij niet, maar politiek past hij in het rijtje van toenmalige bondgenoten van Hitler als Pétain, Salazar, Franco en ook Mussolini. Net als de drie gerehabiliteerde schrijvers kun je hem op zijn zachtst gezegd omstreden noemen.
3 opmerkingen:
Chapeau! Afgelopen zondag zat ik naar het nieuws op Duna te kijken (in NL) en zag de onthulling van het houten beeld. Kort daarvoor had ik je artikel gelezen over de strijd met de verloskundige. Voor een kort moment dacht ik dat ik gek werd, want dankzij mijn huwelijk met een Hongaarse vrouw heb ik mij intensief verdiept in de Hongaarse geschiedenis en ik ben bekend met de dubieuze rol van de genoemde heer. Ik heb toen besloten dat ik niet gek was, maar dat een deel van het volk gewoon niet meer "spoort". Of dat nu komt omdat zoveel jaren communisme hun het vermogen tot onderscheid heeft ontnomen? Ik weet het niet.
Leuk dus dat nog geen week later je hier al over bericht, het ietwat vreemde gedrag van sommige Hongaren is dus opgevallen. Nu maar hopen dat het geen epidimie wordt.
Goed stuk, interessante materie. Dat de drie schrijvers antisemiet waren, lijdt geen twijfel. Of dat reden is om hen buiten het literatuuronderwijs te houden, vraag ik me af. Laat de zwarte bladzijden maar zien, zou ik zeggen. Hoe dan ook: de literaire verdiensten van de schrijvers zouden doorslaggevend moeten zijn. Dezső Szabó, die behalve antisemiet ook anti-Duits was, heeft als schrijver toch wel de nodige invloed uitgeoefend, anders dan de beide als oorlogsmisdadigers (door wie trouwens?) veroordeelde Pijlkruisers-sympathisanten.
Laat de zwarte bladzijden maar zien is mooi als ze ook als zwarte bladzijden worden getoond, maar daar heb ik mijn twijfels over. En als je tegemoet wil komen aan kritiek uit het onderwijsveld dat er te weinig aandacht aan conservatieve schrijvers uit de jaren dertig wordt besteed, zijn er nog andere gegadigden ook.
Wat die veroordelingen betreft: de rechtbanken die zich direct na de Tweede Wereldoorlog bezig hielden met de veroordeling van oorlogsmisdadigers, waren nog behoorlijk onafhankelijk en hebben bepaald niet klakkeloos iedereen veroordeeld. Maar goed, beiden zijn bij verstek veroordeeld, omdat ze voor die tijd al waren gevlucht (Wass leefde na de oorlog in Amerika, Nyerö in Spanje.
Een reactie posten