Even leek het erop dat de Gay Parade, of de Gay Pride March, zoals de manifestatie in Boedapest heet, dit jaar niet door zou gaan. De politie wilde geen vergunning geven voor de parade, de oudste van Centraal-Europa, omdat die het verkeer zou verstoren.
Dat klopt natuurlijk, want dat is inherent aan demonstraties. Als mensen in een grote groep op straat lopen, hebben auto's daar last van. Met dat argument kun je het demonstratierecht meteen helemaal afschaffen.
De hoofdstedelijke rechtbank oordeelde gisteren dan ook dat verkeershinder geen reden was om de mars te verbieden. En niet alleen dat, de rechter vond ook niet dat de politie de geplande route mocht inkorten, zoals vorig jaar gebeurde en dit jaar aanvankelijk ook de bedoeling was.
De Gay Pride March in Boedapest is jarenlang rustig verlopen, maar nadat in 2006 tijdens de demonstraties tegen de socialistische premier Ferenc Gyurcsány, een aantal gewelddadige, extreemrechtse groepen voet aan de grond kregen, werd de optocht problematischer. In 2007 werd de tocht aangevallen door skinheads en in 2008 werden er molotovcocktails naar de parade gegooid. Een jaar later vond de optocht onder strenge politiebewaking plaats, en hoewel de parade zelf rustig verliep, maar waren er wel problemen rond het afsluitende feest. Afgelopen jaar werd de tocht rustig, maar in een ingekorte versie.
Volgens de organisatoren van de parade was het verbod politiek gemotiveerd. Zeker is, dat zowel het huidige stadsbestuur als de huidige regering minder homo-vriendelijk zijn dan de vorige. Oud-burgemeester Gábor Demszky vond destijds dat er alles aan gedaan moest worden om de parade veilig te laten verlopen. Ex-premier Gyurcsány en zijn vrouw liepen zelf een keer mee.
Maar István Tarlós, sinds oktober de nieuwe burgemeester van Boedapest, was eerder als burgemeester van het derde district uitgesproken tegen voorlichting over homoseksualiteit op het Sziget Festival, het grote muziekfestival dat jaarlijks wordt gehouden op een eiland in de Donau dat onder zijn district viel. Tarlós heeft zich niet openlijk tegen de parade uitgesproken, al mag je aannemen dat hij het negatieve politiebesluit waarschijnlijk niet heeft tegengewerkt, zoals Demszky zeker wel zou hebben gedaan.
De KDMP. de kleine christendemocratische coalitiepartij in de regering, was blij met het verbod. Geen wonder, want die partij wil ook graag in de nieuwe grondwet opgenomen zien dat het huwelijk uitsluitend een verbintenis tussen man en vrouw kan zijn. Op die manier wordt het heel moeilijk ooit nog een homohuwelijk in Hongarije in te voeren.
Maar binnen de grootste regeringspartij Fidesz ligt de zaak niet zo eenduidig. Fidesz is geen voorstander van zo'n huwelijksbepaling in de grondwet, bleek vorige week op een fractiebijeenkomst over de grondwet in Siofok, waarschijnlijk ook al niet, omdat ze wel genoeg hebben van Europese commotie. Fidesz-europarlementariër József Szajer noemde het verbod van de betoging in een blog "hypocriet" en "een schot in eigen doel". "Net nu we het mediadebat bijna achter ons hebben, geven we reden tot nieuwe kritiek," aldus Szajer's verzuchting.
Gelukkig voor hem en voor de Hongaarse homo's deed de Hongaarse rechter afgelopen week zijn werk en oordeelde, niet alleen in het belang van de homobeweging, maar van de hele Hongaarse democratie. Nu moet de politie op 18 juni nog haar werk doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten