woensdag 10 februari 2010

SLAG OM BUDAPEST


Een Hongaarse vriend van me meende onlangs dat wij Nederlanders de Tweede Wereldoorlog mythologiseren. Hij vond onze aandacht voor het onderwerp overdreven groot. Daar kun je over twisten, maar zeker is dat de Hongaren het omgekeerde doen: de oorlog is eerder een onderwerp om over te zwijgen. De Hongaarse rol in die periode is een ongemakkelijk en gecompliceerd debat waar mensen liever hun mond over houden.
Dat is misschien de reden waarom zo weinig mensen nog weten dat de slag om Boedapest in de winter van 1944 en 1945 een van de zwaarste veldslagen van de Tweede Wereldoorlog was, in verwoestende kracht min of meer vergelijkbaar met die van de slag om Berlijn. De foto's van Berlijn kennen we allemaal: een stad gereduceerd tot puinhopen, met daartussen een geslagen bevolking die probeert weer iets op de bouwen. In Budapest was het niet veel anders.
Het gevecht om Budapest duurde 102 dagen, in het midden van een zeer strenge winter. Het Rode Leger, gesteund door een Roemeense eenheid, had de stad ingesloten, maar de Duitsers en de Hongaarse Pijlkruisers hielden stand in Buda, waar ze de Russische troepen vanaf de burchtheuvel en later de heuvels van Buda bleven bestoken.
Toeristen verbazen zich altijd over de lelijke hotels langs de Donau-oever, maar voor die lelijkheid is een verklaring: de gebouwen die er oorspronkelijk stonden, stonden in de vuurlinie en zijn in de slag met de grond gelijkgemaakt. Ze hadden er natuurlijk iets mooiers neer kunnen zetten, maar de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw waren ook in Nederland geen periode van architectonische hoogstandjes.
Een groot deel van de stad is nadien weer liefdevol hersteld, maar hoe enorm de verwoesting was, is goed te zien op bijgaand Youtube-filmpje. Het is overigens een van de weinige filmpjes over het onderwerp dat duidelijk niet gemaakt is door nazi-aanhangers die achteraf de heldendaden van het Duitse leger en Hongaarse Puijlkruisers willen glorificeren.
De tussenteksten zijn helaas in het Hongaars, maar het filmpje geeft een mooi beeld van de laatste oorlogsmaanden, beginnend met de geallieerde bombardementen en de deportaties van en moorden op joodse stadsgenoten. De meeste Budapesters waren om begrijpelijke redenen niet blij met de komst van de Russen, maar de joden hadden zeer goede redenen om het Rode Leger als bevrijders te zien.
Aan het einde somt het filmpje de materiële en humanitaire verliezen op. Drieduizend mensen verloren het leven door de geallieerde bombardementen in de herfst van 1944. 25000 Budapester joden werden in die laatste maanden door de Pijlkruisers vermoord of keerden niet van deportatie terug (al met al overleefde overigens de helft van de pakweg 200.000 Budapester joden de Tweede Wereldoorlog niet). Tachtig procent van de gebouwen in Boedapest raakte beschadigd. 13588 woningen waren totaal vernietigd. Alle bruggen over de Donau waren door de Duitsers opgeblazen.
38000 burgers kwamen om tijdens de gevechten om het leven, als gevolg van gevechtshandelingen of simpelweg van honger en kou. 17500 Hongaarse, 30000 Duitse, 60000 Russische en 7000 Roemeense soldaten verloren het leven in de gevechten. Meer dan 100.000 mensen raakten gewond. Zeventig procent van de vrouwen boven de 12 werd verkracht of op zijn minst aangerand. 25000 mannen die naar Rusland werden gevoerd, keerden daar nooit vandaan terug.
Er zijn in Budapest meerdere monumenten ter herdenking van de vermoorde joodse bevolking, maar een herdenkplaats voor de slachtoffers van de slag is er niet. Onder het communisme kon dat niet, omdat zo'n monument ook een aanklacht tegen de Russen geweest zou zijn. Nu zou zo'n monument waarschijnlijk een verzamelplek worden van al wat extreem rechts is, zoals de filmpjes op Youtube ook laten zien. Misschien wordt het toch tijd om die Tweede Wereldoorlog serieuze aandacht te geven.

1 opmerking:

Gerrit zei

De slag is buitengewoon goed gedocumenteerd in "Battle for Budapest: 100 Days in World War II" door de Hongaarse historicus Krisztián Ungváry. Goed leesbaar, maar geen lichte kost.

Dat boek heeft sporen in mij nagelaten, net als die paar gesprekken die ik daarna voerde met Hongaren die die tijd hebben meegemaakt. Zij hadden allemaal verschrikkelijke dingen meegemaakt. En ik benadruk dat ik niet sprak met mensen waarover ik iets had kunnen vermoeden. Nee, gewoon een gepensioneerde collega, een buurman en een oma van een klasgenootje van mijn zoon.