László Mádi behoort niet tot de meest bekende Fideszpolitici, maar wel tot de oudgedienden. Of beter gezegd: dat behoorde hij. Mádi, die al bij Fidesz zat toen Hongarije's grootste conservatieve oppositiepartij nog progressief en liberaal was, en die de Fidesz sinds 1990 in het parlement vertegenwoordt, belandde dit weekend op het strafbankje. Bij de verkiezingen in april mag hij niet meer kandidaat staan.
Zijn vergrijp? Mádi was vrijdag uitgenodigd als spreker bij een organisatie van Hongaarse makelaars en daar had de euvele moed om te zeggen dat een onroerend goedbelasting ooit, in de verre toekomst, na lang nadenken en na overleg met Jan en Alleman, misschien wel eens een mogelijkheid zou kunnen zijn. Ik citeer niet letterlijk, maar zijn omschrijving was pakweg net zo omslachtig en voorzichtig.
De huidige regering heeft dit jaar geprobeerd een onroerend goedbelasting in te voeren. Of beter, zoals dat vaker gaat in Hongarije: er is per 1 januari een vermogensbelasting op onroerend goed ingevoerd, maar die ligt inmiddels weer in de prullenbak, want het Constitutionele Hof heeft de wet afgelopen week als ongrondwettelijk bestempeld.
Er zaten ook hele vreemde kanten aan de wet zoals die was ingevoerd. Zo kon je op een website van de Hongaarse belastingdienst, de APEH, uitrekenen wat je voor jouw huis aan belasting moest betalen. Maar zelfs als je netjes van die website gebruik had gemaakt en op basis daarvan je belastingaangifte invulde, liep je vijf jaar lang het risico dat de belasting alsnog bij je langs zou komen, zou constateren dat je huis tóch meer waard was en je vervolgens een boete zou geven wegens belastingontduiking. Je hoeft geen jurist te zijn om te kunnen bedenken dat daar iets niet klopt.
Maar goed, dat was niet de reden waarom Fidesz tegen de wet stemde. De partij zegt tegen iedere vorm van onroerend goed belasting te zijn. En dat Mádi drie maanden voor de verkiezingen zei dat zo'n standpunt misschien niet voor de eeuwigheid geldt, was duidelijk een vergrijp waar twee decennia partijtrouw niet tegenop konden. Het is ook een waarschuwing aan andere Fidesz-politici: van de officiele partijlijn afwijken, al is het maar een heel klein beetje, wordt niet gewaardeerd. Vrijheid van meningsuiting kent duidelijk strenge grenzen.
Daar staat tegenover dat wie trouw aan de leiband blijft lopen, na de verkiezingen op een beloning kan rekenen. De oppositiepartij ontkent niet dat een Fidesz-regering straks pakweg 12.000 topambtenaren, museumdirecteuren en directeuren van staatsbedrijven op straat zal zetten ten behoeve van Fidesz-gezinde opvolgers. Dat is overigens niet zo opmerkelijk. Het gebeurt niet alleen in Hongarije, maar ook in landen als Italie en Frankrijk. Ook Barack Obama heeft duizenden mensen een nieuwe baan bezorgd. Kansen te over dus straks voor degenen die bij de juiste partij zitten. Maar meneer Mádi zal waarschijnlijk elders naar een baantje moeten omzien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten