Een molotovcocktail naar de Slowaakse ambassade in Boedapest, de Hongaarse president die met een forse politiemacht de toegang tot Slowakije wordt verboden, nationalistische demonstraties aan beide zijden: de verhoudingen tussen buurlanden Slowakije en Hongarije waren al langer koel, maar ijzig is sinds afgelopen week een beter woord. Sinds 1 september is er nog wat nog wat olie op het vuur gegoten met de invoering van een nieuwe Slowaakse taalwet die het gebruik van Hongaars en andere minderheidstalen in het openbare leven moet inperken.
Nu was het idee van de Hongaarse president László Sólyom om uitgerekend op 21 augustus, een Slowaakse nationale feestdag, in het Slowaakse Komarno een monument van de heilige Hongaarse koning István te willen onthullen, misschien niet het meest tactische. Maar Grigorij Mesežnikov, directeur van het Slowaaks politiek onderzoeksinstituut IVO, wijt de poolkou toch vooral aan de Slowaakse regeringpartijen.
Coalitiepartners SNS (de Slowaakse Nationale Partij) en en HZDS (Beweging voor een Democratisch Slowakije) zijn openlijk anti-Hongaars, maar ook premier Robert Fico’s Smer (Richting) heeft een nationalistische inslag, aldus Mesežnikov.
Tien procent van de Slowaakse bevolking is Hongaarstalig. Retoriek tegen de minderheid maakt deel uit van het binnenlandse politieke spel. ,,De regeringspartijen trekken de etnische kaart zodra hen dat goed uitkomt. Bij de presidentsverkiezingen werd oppositiekandidate Iveta Radicova bijvoorbeeld verweten dat ze steun van de Hongaren kreeg en dus niet Slowaaks genoeg was.’’
De weigering om Sólyom toe te laten past volgens Mesežnikov in dat spel. ,,Zijn bezoek was al lang bekend. Het besluit om hem op het laatste moment de toegang te ontzeggen, moest de aandacht van problemen in de regering af te leiden. Een dag eerder had Fico de SNS vanwege een reeks corruptieschandalen het ministerie van milieu afgenomen. De kranten stonden daar uiteraard bol van. Maar een dag later schreef iedereen alleen nog maar over Sólyom’s bezoek en de Hongaren”. En de tactiek werkt, zegt hij. ,,Zelfs mensen die kritisch zijn over de corruptieschandalen onder deze regering, zijn nu positief over het doortastende optreden ten opzichte van Hongarije.”
De anti-Hongaarse kaart leidt ook af van andere problemen zoals de economische crisis, waarvan de gevolgen pas nu echt duidelijk beginnen te worden. Mesežnikov: ,,De aanhangers van deze regering horen economisch tot de meest kwetsbare groepen, dus hebben de coalitiepartijen er alle belang bij om de aandacht af te leiden met de introductie van het idee van een etnische natie met de Slowaken als echte eigenaren van het land. ”
De omstreden taalwet onderstreept de gedachte van een etnische staat eens. De beperking van het gebruik van het Hongaars in het onderwijs en het openbare leven moet Hongaren op hun plaats zetten, zegt Mesežnikov. Zo mogen Hongaarse kinderen straks niet meer de Hongaarse namen van Slowaakse steden leren. In gebieden waar minderheden minder dan 20 procent van de bevolking uitmaken, moet bij officiële instanties, van gemeentehuizen en rechtbanken tot aan ziekenhuizen en dokterspraktijken, het vervolg Slowaaks worden gegebruikt.
Dat kiezers gevoelig zijn voor zulke anti-Hongaarse retoriek, verklaart Mesežnikov uit de kloof die er toch al tussen beide bevolkingsgroepen bestaat. ,,Er is van oudsher weinig contact tussen Hongaren en Slowaken. Dat maakt het makkelijk mensen te bespelen,’’ zegt hij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten