Het is gelukt. Hongarije heeft weer een voorzitter van het Constitutionele Hof, de hoogste rechtbank van het land, die ondermeer toetst of parlements- en regeringsbesluiten wel voldoen aan de grondwet. De post was sinds het vertrek van de vorige voorzitter Zoltán Lomnici juni vorig jaar juni onbezet. Tot vier keer toe stemde het parlement tegen de kandidaat die president Solyom had voorgedragen. En daarmee bleef het Hof, dat in Hongarije een beetje dezelfde functie heeft als in Nederland de Eerste Kamer, zonder voorzitter.
Ironisch genoeg was András Baka, de kandidaat die er bij de vijfde stemronde eindelijk in slaagde voldoende stemmen achter zich te krijgen, dezelfde man die in juni 2008 door een meerderheid van het parlement werd afgewezen. Het waren destijds de socialisten die tegen hem stemden. Ze stonden daarin niet alleen. Eerder had ook het Nationale Juridische Comité, een orgaan dat ondermeer bestaat uit rechters, de minister van justitie en de hoofdofficier van justitie hem hadden afgewezen wegens gebrek aan ervaring in het Hongaarse juridische systeem. Baka had op dat moment 17 jaar doorgebracht bij het Europese Hof voor Mensenrechten in Straatsburg.
Dat comité is er natuurlijk niet voor niets, maar dat weerhield de president er niet van om Baka toch voor te dragen. Zonder overleg met het parlement. Want van overleg en compromissen houdt Solyom niet. Op zijn Nederlands polderen zou hem slecht afgaan. Het is zijn recht om voor te dragen wie hij wil, en dat doet hij dus. Het is ook het recht van het parlement zo'n keuze af te wijzen, zoiets noem je democratie, maar als het dat ook doet, reageert de president, die zelf overigens oud-voorzitter van het Constitutionele Hof is, inmiddels met voorspelbare verontwaardiging.
Dat gebeurde dus ook toen zijn tweede keuze werd afgewezen: de juriste Mária Havasi. Wat tegen mevrouw Havasi pleitte, was dat ze geen buitenlandse taal spreekt, wat op zo'n toppositie in het huidige tijdsgewricht inderdaad wel wat merkwaardig is. Je mag toch verwachten dat een rechter in zo'n functie ook in staat is buitenlandse vakliteratuur bij te houden, om maar wat te noemen. Wat ongetwijfeld ook een rol speelde, is dat ze de naam had dicht bij de oppositiepartij Fidesz te staan. Dat geldt trouwens voor de meeste rechters in het Constitutionele Hof.
Dat het parlement mevrouw Havasi afwees, deerde Solyom niet: drie maanden stelde hij haar simpelweg nog een keer kandidaat. Toen ook dat faalde, pruilde de president, maar hij week niet van zijn standpunt: hij had het recht een kandidaat te benoemen, en van overleg met het parlement om uit de impasse te komen, kon geen sprake zijn.
Een week geleden kwam Solyom tot veler verbazing opnieuw met Baka op de proppen. Ditmaal, betoogde hij, had zijn kandidaat wel voldoende ervaring in Hongarije, aangezien hij daar sinds een jaar als jurist werkt. De socialisten vonden er wat in zitten en verklaarden zich bereid ditmaal Baka te steunen. Maar toch werd hij in een geheime stemming afgewezen. Solyom was ziedend, en verklaarde dat ,,het geen zin heeft om een kandidaat te stellen met dit parlement!''
Oppositiepartij Fidesz deed alsof haar neus bloedde en gaf de socialisten de schuld van het nieuwe debakel, want waarom zou Fidesz, die vorige keer toch ook voor Baka had gestemd, nu tegen hem zijn? Nu is Baka voor zover bekend geen Fidesz-sympathisant, en als hoogste rechter kan hij straks een lastig obstakel worden voor een eventuele Fidesz-regering, net zoals het Constitutionele Hof nu vaak een struikelblok is voor het socialistische kabinet.
De vraag is dus de partij ooit wel echt voor de rechter uit Straatsburg is geweest. Maar een jaar geleden wist Fidesz dat de socialisten tegen hem zouden stemmen, dus konden ze veilig voor hem stemmen om bij de president in een goed blaadje te blijven. Inmiddels zou het ze goed uit zijn gekomen als de zetel nog een jaartje leeg was gebleven.
Na de volgende verkiezingen uiterlijk volgend jaar mei is Fidesz zonder enige twijfel sterk genoeg om op die post benoemd te krijgen wie ze maar willen. Niet onbelangrijk, want een belangrijke taak voor de nieuwe opperrechter wordt de hervorming van de rechtelijke macht in Hongarije. Iemand die gepokt en gemazeld is in Europese mensenrechten heeft daar misschien toch andere ideeën over dan een Fidesz-kandidaat.
De socialisten, die heel goed wisten dat zij ditmaal niet schuldig waren, stelden Solyom voor Baka opnieuw te kandideren, en kwamen bovendien met het voorstel een open stemming te organiseren. En waarempel, de president luisterde en stemde toe. Veelzeggend genoeg weigerde Fidesz overigens mee te werken aan een openbare stemming. Maar blijkbaar durfde de fractie dezelfde truc niet twee keer uit te halen: ditmaal stemde vrijwel het hele parlement voor de presidentiële kandidaat.
1 opmerking:
Met dank voor Uw interessante en goed geïnformeerde column wil ik één kleine correctie plaatsen.
Het gaat hier niet om het Constitutioneel Hof (Alkotmánybíróság - zetel Esztergom) maar om het Hoogste Gerechtshof (Legfelsőbb Bíróság - zetel Boedapest). Voorzitter van het Constitutioneel Hof is sinds 2008 Péter Paczolay. Sólyom was eveneens voorzitter van het Constitutioneel Hof, niet van het Hoogste Gerechtshof.
Een constitutioneel hof toetst de wetgeving en heeft dus een politiek gevoelige taak. In Hongarije moeten alle leden met 2/3 meerderheid door het Parlement gekozen worden. In Nederland kennen we geen constitutioneel hof.
Het Hoogste Gerechtshof is de uiterste beroepsinstantie, vergelijkbaar met de Hoge Raad in Nederland. De voorzitter van dit hof wordt in Hongarije eveneens door het Parlement aangewezen, en dat is nu dus de heer Baka.
Een reactie posten