,,Hè jakkes. Dat vind ik toch zo'n rotgewoonte'', zei een kennis en ik wist meteen wat ze bedoelde. Even verderop stond een jong stel te zoenen. Wat heet zoenen, ze stonden elkaar volkomen af te lebberen en de jongen zat met zijn tong vermoedelijk ergens achter in de keel van het meisje. Dat we midden op straat stonden en de hele wereld het kon zien, schenen ze volkomen vergeten te zijn.
Ze waren bepaald geen uitzondering. In de metro, de bus, op de bushalte, op de roltrap: overal waar Hongaarse verliefde stellen even moeten wachten, zoenen ze elkaar met een passie dat je je steeds loopt af te vragen of ze het wel bij zoenen zullen laten.
Vroeger dacht ik dat het misschien te maken had met de kleine woningen waarin mensen leefden. Je moet als verliefde jongere toch wat, en bij je ouders in de huiskamer voel je je misschien gegeneerd. Maar ik geloof toch niet dat het daaraan ligt. Hongaren zijn gewoon minder gegeneerd om te tonen dat ze verliefd zijn.
Dat heeft ook zijn positieve kanten. Ik kan iedere keer weer ontroerd raken als ik een bejaard stel, beiden niet de mooisten, maar vermoedelijk al decennia lang gelukkig getrouwd, hand in hand over straat zie lopen. Daar zijn veel Nederlanders te terughoudend voor, maar zo wil ik ook oud worden, denk ik dan.
In een termaalbad zag ik een keer een ouder echtpaar, beiden vele kilo´s te dik, hij zittend op een trap in het water, zij drijvend op haar rug met haar bebadmutste hoofd in zijn schoot. De hele tijd streek liefdevol hij over haar gezicht. De wereld om hen heen scheen niet te bestaan. Domweg gelukkig, samen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten