maandag 9 juli 2007

MANNETJE VOOR DE FIETS

De tweedehands fiets die onze zoon van vrienden had gekregen, vertoonde een paar mankementen. Het ernstigste probleem was de rem, die het gewoon onvoldoende deed, zeker in een heuvelachtig gebied waar een mens ook wel eens een helling afmoet. We hadden hem al zelf nagekeken. Mijn zoon heeft een hekel aan een mountainbike-stuur, maar een paar extra grepen op het stuur waren geen probleem. Voor de veiligheid verplaatsen we ook de remgrepen naar die handvaten. De rem zelf liet zich echter met geen mogelijkheid bijstellen, in elk geval niet door ons.
Dus vroeg ik in het dorp rond of er misschien iemand verstand had van fietsen. Zeker, vertelde de mevrouw in de winkel behulpzaam, in een geel huis naast de kleuterschool woonde een mannetje, dat rijwielen repareerde.
Op een zonnige middag fietsten mijn zoon en ik erheen. Vlak bij de kleuterschool stonden twee vrouwen te kletsen, en die verwezen ons naar een huis even verderop: ,,Dat met het nieuwe dak.’’
Het dak mocht nieuw zijn, de bewoner van het huis was dat zeker niet. Uit de keuken kwam een heel oud mannetje tevoorschijn, dat eruit zag alsof zijn kennis van fietsen van ver voor de mountainbike stamde. Verder dan een Hongaarse Csepelfiets van het type waarop veel oudere mensen bijna stapvoets door het dorp rijden, leek hij me nooit gekomen. Ik hoopte nog even dat hij zou zeggen dat zijn zoon de fietsenmaker was, maar helaas.
Hij boog zich over de fiets en liet zich het probleem uitleggen. Na mijn toelichting dat de rem nauwelijks remde, begon hij, duidelijk in verwarring gebracht door de extra handvaten aan het stuur, enthousiast aan het pookje van de versnelling te zwengelen. Op dat moment had ik vriendelijk moeten bedanken en de fiets weer mee nemen. Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen, toonde hem waar de remgrepen zaten en liet de fiets, ondanks de waarschuwende blikken van mijn zoon, achter. Hij zou over twee dagen klaar zijn, zei het mannetje.
Een dag later, ik was zelf niet thuis, stond hij voor onze deur, met de fiets. Hij had weliswaar niet geweten waar we woonden, maar zoveel buitenlandse huizenbezitters zijn er niet in het dorp. Welgeteld twee, en de anderen zijn onze buren.
Hij was er de hele middag mee bezig geweest, zei hij, en kreeg van mijn man 1200 forint, een kleine vijf euro, voor de moeite. Maar al snel was duidelijk dat zijn middag werd geen enkel resultaat had gehad. De rem deed het nog net zo slecht, zo niet slechter, dan daarvoor.
Een fietsenmaker in Budapest bezag zijn werk achteraf met verbijstering. We hadden toch niet op de fiets gefiets, vroeg hij verschrikt. Het mannetje bleek ook de rest van de fiets nog behulpzaam te hebben nagekeken en had de versnelling volgesmeerd met dikke klodders wagensmeer. Als we hadden geschakeld, zou dat tussen de tandwielen zijn gekomen en had het hele systeem waarschijnlijk vervangen moeten worden. De remkabel bleek plots door een gaatje te lopen dat daar helemaal niet voor bedoeld was en op één of andere manier ín het frame gefrommeld te zijn. Het mannetje had helaas niet gelogen, hij had inderdaad een middag aan die fiets zitten sleutelen.
De fietsenmaker stelde voor een hele nieuwe rem erop te zetten, wat overigens niet alleen met de werkzaamheden van ons mannetje te maken had, maar ook daarmee dat de fiets een ouderwets remsysteem had waarvoor hij de onderdelen niet voorradig had. Maar helaas dus niet ouderwets genoeg voor ons mannetje om er wél verstand van te hebben.

Geen opmerkingen: