Ooit was 15 maart, de herdenking van de Hongaarse opstand van 1848, de dag dat de kleine Hongaarse anti-communistische oppositie, voornamelijk bestaande uit wat tegenwoordig de liberale SzDSz is, de stoute schoenen aantrok en bij het beeld van de dichter Petöfi demonstreerde. De Moskouse zetbazen waren daar niet blij mee. 1848 was weliswaar lang geleden, maar de boodschap was duidelijk: Hongaren bliefden geen buitenlandse overheerser, niet in 1848 en niet in 1985.
Begin 1990 mocht de 15de maart voor het eerst vrij worden gevierd en dat gebeurde overal in het land, met bijeenkomsten in steden en dorpen, waar mensen met een rozet met de Hongaarse driekleur op de borst lieten zien dat ze er trots op waren dat ze Hongaren waren en hun land weer een vrij land.
En inmiddels? "Wij hebben geen nationale feestdagen meer, die zijn door politieke partijen gestolen. Alleen Kerstmis is tegenwoordig nog a-politiek'', verzucht Attila Szalay-Berzeviczy, voorzitter van de Hongaarse beurs en van de Boedapest Olympische Beweging (BOM)....
De feestdagen zijn niet meer van iedereen, ze worden geclaimd door partijen die vinden dat zij de enige zijn die het recht hebben 'de Hongaren' te vertegenwoordigen.
Het begon een aantal jaren geleden met de huidige oppositiepartij Fidesz, die de rozet met de Hongaarse driekleur - HET symbool van 15 maart - als verkiezingssymbool annexeerde. Aanhangers van andere partijen kwamen ermee in de problemen: als ze hun vaderlandsliefde wilden laten zien, suggereerde dat meteen dat ze een bepaalde politieke partij steunden.
Het ging ereen paar jaar geleden mee verder dat de liberaal Imre Mécs, die na de opstand van 1956 ter dood werd veroordeeld vanwege zijn rol in de opstand, bij het graf van Imre Nagy werd uitgefloten door mensen die vonden dat ze meer recht hadden de gebeurtenissen van die dagen te herdenken.
Wat vorig jaar een feestelijke nationale herdenking had moeten worden, ging uiteindelijk ten onder in rook en traangas, nadat kleine groepen relschoppers de hele dag de politie had lopen uitdagen. Wat de preciese oorzaak van de ongeregeldheden ook geweest moge zijn, zeker is dat de 23ste oktober in toekomst met de herinnering aan die rellen belast zal zijn.
En nu zit het er dik in dat de oktoberrellen zich dit jaar op 15 maart zullen herhalen. Een oproep van premier Gyurcsány aan alle politici om zich die dag van politiek te onthouden en de 15de maart weer aan het hele Hongaarse volk terug te geven, is door Fidesz verworpen. Die partij wilde 15de maart een grote demonstratie tegen de regering houden. Ultrarechtse groeperingen hebben al aangekondigd dat die dag de revolutie zal beginnen, net zoals hij vorig jaar september en oktober begon. Dat voorspelt weinig goeds. Maar als het tot rellen komt, heeft Fidesz-leider Viktor Orban nu al gezegd, dan is dat uitsluitend de schuld van de politie.
Onze werkster, die graag op 15 maart met haar dochter de stad ingaat om de feestelijkheden bij te wonen, heeft besloten dit jaar maar naar het platteland te gaan. Onze buurvrouw op het platteland maakt zich zorgen. Of wij verwachten dat de rellen van vorig jaar zich gaan herhalen. Ze heeft vorig jaar op Fidesz gestemd, maar ze vindt Gyurcsány's oproep wel goed. Van rellen moet ze niets hebben.
Voor Szalay-Berzeviczy is het allemaal een reden te meer om in Hongarije Olympische Spelen te willen organiseren. ,,Hongaren zijn een trots volk, maar wat er op dit moment gebeurt, daar kunnen we ons alleen maar voor schamen. Wij moeten weer iets hebben om trots op te zijn, iets waar we als hele natie achter kunnen staan. De politiek heeft ons gespleten, maar zoiets als de Spelen zouden ons weer kunnen verenigen,'' hoopt hij.
Het centrum-rechtse weekblad Heti Valász had onlangs een nummer over de vreedzame meerderheid die dit soort toestanden helemaal niet wil. Het zijn de Hongaren die ik overal en in ieder gesprek weer tegenkom. Het wachten is er alleen op dat er weer naar die meerderheid wordt geluisterd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten