maandag 4 december 2006

DUIKBOOT NAAR DE VRIJHEID

André Havas was zeven jaar oud, toen hij op 3 december 1956 met zijn ouders te voet de Hongaars-Oostenrijkse grens overstak. Net als 200.000 andere Hongaren ontvluchtten ze het communistische bewind en de repressie die volgde op het neerslaan van de Hongaarse opstand een maand eerder.
Maar Pál Havas, André’s vader, was al voor de opstand druk bezig geweest met ontsnappingsplannen. Pál, die bij de lampenfabriek Tungsram werkte, had het plan opgevat om een duikbootje te bouwen. Het was heel gewoon dat werknemers de fabriekswerkplaatsen en -werktuigen na werktijd voor eigen doeleinden gebruikten. Dat Tungsram ook nog eens vlak aan de Donau lag, kwam buitengewoon goed uit.
Om geen verdenking te wekken, had Pál Havas een duikbootje bedacht dat er op het eerste gezicht uitzag als een gewone plezierbootje, maar dat met waterdichte luiken kon worden afgesloten. De bedoeling was om het bootje onder water met twee sterke eletrocmagneten aan een voorbijvarend binnenvaartschip te bevestigen en zo ongemerkt de grens over te varen, naar Wenen toe.
Achteraf lijkt het een wild idee, en of het uitvoerbaar geweest zou zijn, hoefde Pál nooit uit te testen. Maar het inspireerde zijn zoon André, arts, psychotherapeut en beeldhouwer, wel tot zijn eigen monument voor de Hongaarse revolutie. Havas is als beeldhouwer ondermeer bekend van de geveltoeristen die een aantal panden in de Amsterdamse Anjelierstraat sieren. In het achtste district in Boedapest staat sinds kort zijn U 1956, een symbolisch stukje duikboot dat symbool moet staan voor de vluchtelingen en voor de hoop die zij hadden op een nieuwe toekomst.
Het beeld, dat werd gesubsidieerd door de aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken verbonden Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA), toont een arm die door een patrijspoort steekt en een koffer vasthoudt. Het is een ongewoon vrolijk kunstwerk in de reeks 1956-kunstwerken die Boedapest telt en die over het algemeen hetzij heel modern, sober en abstract zijn, of juist een haast socialistisch aandoend heroisch-realistische stijl hebben.
Humor is in 1956-standbeelden afwezig, terwijl de opstand toch niet alleen een periode van droefheid in de Hongaarse geschiedenis is, maar juist ook een periode, waarin mensen hoop koesterden en vooral jonge mensen overstroomden van enthousiasme, aldus de Hongaarse acteur Pál Macsai bij de onthulling van U 1956. ,,Daarom is dit beeld een welkome toevoeging,’’ aldus Macsai.
In het achtste district, een van de armste wijken van Boedapest, symboliseert het beeld daarnaast nog iets anders: stedelijke vernieuwing. Het is het eerste nieuwe ‘bouwwerk’ in een deel van de wijk waar in de afgelopen jaren op grote schaal panden zijn gesloopt om plaats te maken voor een geheel nieuwe buurt met veel groen. Vlakbij is overigens de Corvin-bioscoop, waar tijdens de opstand zwaar werd gevochten en waar op de muren talloze herdenkingsplaten hangen om de doden van die gevechten te eren.

Geen opmerkingen: